Reacties van haloewie

Bovenstaande moet ik modereren na de eerste gevoelsreactie. vD geeft dus wel klot (Zuidn.) met t voor klomp, kluit, brok turf of steenkool. Een kluit aarde, klei of boter. De kluitenbreker achter of na de ploeg.

Een klotteke suiker heb ik al wel gehoord ipv. een klontje suiker.

Klot met ‘t’ is mij niet bekend. Geen turfstokers of boeren thuis. Wel wasch- en bleekerij.

Bij klodderen 3. vermeldt vD (Zuidn.) klodden vormen. Klod met d vermeldt hij niet. Enkel klodde.
Zo vet als een klodder, moddervet.

Klot, familie van kluit, lijkt mij eerder consistent (=samenhangend) te zijn, een brok, dus redelijk vast. Slijk, zelfs klei en mayonaise missen de “hardheid” van boter, turf, geploegde grond, steenkool, zijn eerder smeuïg. De voorbeelden zijn mssch niet goed gekozen.

Verontschuldog mij voor mijn pronte reactie Robin, maar het is hier een gesproken wet, dat we aan de voorbeeldzin niet raken. Als dat vroeger al gebeurd is, wordt het niet verdragen.

Klot, -ten met t? Ik ken enkel klod, mv. klodders; verkleinw. kloddeke(mayonaise, verf, (smeer)vet, enz.)
Ik ken ook het gebruik van schap, schappen niet. Voor mij met zachte medeklinkers. schab /uitspraak sXàp/ eindmdkl. stemloos, mv. schabben.

Het toppeke van de zomer had ik nog niet gehoord. Google gaf maar 1 treffer. Er is wel laag en hoog seizoen voor vakanties. In mijn harde schijf zit “hoogzomer” voor die periode dat de zon ook het hoogst staat. Dat woord kent Google volop. De winter heeft wel een putteke, de andere puttekes stinken als het regenachtig is met de maartse buien en de aprilse grillen om maar te zwijgen van de huidige wateroverlast. Putteke lente en herfst, hmmm, hmmm!

Ah, ge doe mij achterna. Woorde wekke, voorbeelde trekke. Ge hebt dus ook gevonden hoe dat ge kunt helpen om het trefwoord ook in de voorbeeldzin te krijgen.