Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    toef steken

    - komen vleien na een ruzie om het weer goed te maken
    - vleien om iets te bekomen

    - Hij is rap kwaad maar komt ook rap weer toef steken, en ja…
    - Jantje kreeg geen nieuwe bal en stak een beetje toef bij oma die zich liet vertederen en hem wat geld toestak.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 17 Aug 2013 17:18
    0 reactie(s)

    vier
    (het ~ (o.), geen mv )

    vier= vuur

    1. vierwerk = vuurwerk
    2. steek het vier maar an dwz: steek de kachel/haard maar aan
    3. met ’t vier in zijn gat is hij vertrokken dwz: met veel
    enthousiasme, veel haast is hij weg.
    4. het vier= kookfornuis.

    vroeger ook in Antwerpen

    1. Het vierwerk was adembenemend mooi op oudjaar.
    2. Mijn echtgenoot stak gisteren het vier an, het was gezellig bij de houtstove.
    3. Mijn zonen gingen oudjaar vieren in Gent, ze vertrokken met ’t vier in hun gat.
    4. Mijn moeder liet het vier aanstaan, alles is aangebrand.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 17 Aug 2013 17:10
    0 reactie(s)

    het vier in de broek
    (uitdr.)

    erg verliefd zijn

    Die oudste van Marie zit met het vier (het vuur) in de broek, het is ook de eerste keer dat hij een meisje heeft.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 17 Aug 2013 17:05
    0 reactie(s)

    broes
    (het/de ~ (m.), geen mv.)

    schuim, meestal op de mond of van gekookte of bedorven vloeistoffen
    zie ook: broem, brom

    ook in Antwerpen ‘broes’, maar daar is het woord mannelijk

    Herenthout: proes (niet te verwarren met proes als poepgelei)

    WNT: Broes
    In verschillende gewesten: Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Overijsel, Groningen, en ook wel in Holland
    bekend voor: Schuim, meestal dat op den mond van razende menschen of dieren, doch ook wel dat op ”verschgetond” bier, soep en andere (gekookte) vloeibare spijzen of op stilstaand water (Schuerm. (1865-1870); Cornelissen;
    In denzelfden zin ook broesem of brösem (Overijsel, Groningen, West-Vlaanderen: Molema).

    “Op sommige stilstaande waters leet er ’ne vuilen broes.” Cornelissen 1899

    Het broes stond op zijn lippen, zo colèrig was hij.

    Het broes op de soep leeft en het broes in de gracht stinkt.

    Houd de gelei goed in ’t oog en schep op tijd de proes eraf.

    Vers kieken moet ge eerst goe wassen voor dat ge er bouillon van maakt, anders krijgt ge vieze proes op de soep.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 17 Aug 2013 17:04
    0 reactie(s)

    zak, in dezelfde ~ steken
    (uitdr.)

    over één kam scheren, keren, alles op een hoop ~

    Ge moogt mannen niet allemaal in dezelfde zak steken: er zijn er bij die wel kunnen luisteren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 16 Aug 2013 18:05
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.