Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Fr. le bracelet < bras=arm
armband
/bran zj.e ’lèt/
in Antw., brazzelet (m.)
in Kempen: ook brangelet
Toen ik m’n eerste communie deed, heb ik van m’n oma een gouden brangeletteke gekregen.
op z’n gemak, zonder zich te haasten, op eigen tempo
/stoi k.e/
ook op zijn stuikes
variant van staaje, op mijn ~
< stuike is de verkleinvorm van staaje (uitspraak is hetzelfde)
Ik wil dat hier op mijn stuike doen. Als ge mij afjaagt, dan doe ik het niet.
Een bundel samengebonden draden, in het bijzonder op een kermisdraaimolen.
Tijdens een rit op een draaimolen trekt iemand aan een zeel met een trossel eraan, die langs een katrol over de draaiende molen wordt neergelaten, zodat de trossel overheen de kinderen slingert. Het kind dat erin slaagt de trossel te vangen en hem dus van het koord af te trekken, heeft recht op een gratis rit.
Op de paardjesmolen vangt de kleine altijd weer dien trossel, en dan blijft ze urenlang ronddraaien. Plezant voor haar, voor de ouders vermoedelijk iets minder.
verbastering van flos, vlos = pluizig, uitlopend in draden
een kwast van wollen draden, bevestigd aan een bal, die opgetrokken en neergelaten wordt boven de hoofden van de kinderen die op de paardenmolen zitten.
Wie de floche kan grijpen, mag een beurt gratis op de paardenmolen.
kwast (bv.op de kermismolen)
Ik heb de flosj kunnen pakken, en dan mocht ik nog een toer mee op de molen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.