Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
te kennen geven dat er iets of iemand te min is.
Standaardtaal: ‘voor iemand of iets’ zijn neus optrekken
met minachting bejegenen, te min achten (Van Dale)
Ons moeder zaliger, had ooit eens bij de fritten een spiering kotelet gebakken. Onze vader trok zijne neus op en smeet het stuk vlees terug in de pan. Het was te min voor meneer omdat het gene paardenbiefstuk was.
frietkot, Het bestaat nu bijna niet meer, zo’n barakske langs de weg of op de markt waar je friet kunt kopen, maar hier zeggen we nog steeds frutkot.
Weet gij hier ergens een frutkot zijn? Ik heb goesting voor ne goeie frut special (NL patatje oorlog) met een curryworst.
friteuse
vgl. ook frietpot
Hier moet ik nog aan toevoegen dat dit nog uit de tijd stamt van toen er nog geen friteuses waren. Ik heb als kind nog een hele tijd meegemaakt dat, als m’n moeder frieten bakte, dat gebeurde in een echte frietketel, die je op het gasvuur moest verwarmen. Dus geen thermostaat of temperatuurregeling, gewoon op het gasvuur. En dat waren de lekkerste frieten! Of het ook allemaal zo gezond was laat ik in het midden: je moest zo’n beetje mikken om te weten wanneer het frietvet heet genoeg was om te bakken.
Haal de frutketel maar uit de kast, we gaan frut bakken.
pot om frieten te bakken, friteuse
in Antw. ook frietketel, (uitspraak: fritketel)
Staat de frietpot al warm genoeg om onze curryworsten erin te leggen?
Frituurpan? ‘k Weet ni iĆ«ns zeker hoe da’ ge dees in ’t ’Ollans noemd.
We moete d’ olie in de fritketel dringend is vervange.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.