Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
complimenten hebben, veel tralala hebben, allures hebben
ook fantonten
< Frans fontage, een bepaald kapsel met linten en strikken, genoemd naar Mlle de Fontages, een maitresse van Lodewijk XIV, die het eens bij opstekende wind droeg. (A. Weijnen)
In het woordenboek van Cornelissen-Vervliet (1899-1906):
FONTONTEN, znw., v., mrv.
- Overdreven versiersels, lintjes en strikjes. “As ik in oe’ plaats was, ik dee’ die fontonten van me’ kleed.”
- Uitvindsels, beuzelarijen, leugens, belachelijke streken, onredelijke handelingen.“Hij komt hier altijd mè’ fontonten af.”
Die vent heeft nogal nen hoop fontonten bij; nen dikke nek dat die heeft.
treden, trappen, stappen, aftrappen
< metathesis van treden (De Bo)
We waren op stap, en we tertten goed deure.
Door dat over hem te vertellen, had hij ferm op zijn tenen getorten. (figuurlijk: hem diep gekwetst)
ziek worden
De Paul kan niet komen want hij is gisteren ziek gevallen.
kok (meestal) of begeleider bij kampen van de jeugdbeweging
De scouts zoeken nog enkele mensen om als foerier mee op kamp te gaan. Kunnen koken is wenselijk, maar niet noodzakelijk.
Het is een kort rokje dat zodanig hard spant rond de benen van een vrouw, dat de vrouw genoodzaakt is om met kleine pasjes te gaan.
< talloor = bord, terten = wandelen
andere betekenis zie tallorenterter
Zondag bij ‘De Scheire en de schepping’ bracht Patrick DW het woord tallorenteirter aan, als een woord waarvoor er geen vertaling in een vreemde taal bestaat.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.