Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een mot om de oren
Van Dale 2005: oplababbel = oplawaai
Woordenboek der Nederlandsche Taal: hababbel: Ernstige berisping; ‘uitbrander’.
“Indien gij nog eens dus spreekt, zal uw hoogmoed zig wel anders stooten aan een ouderwetze hababbel” Wolff en Deken, Wildsch.(1793)
Antw. Kempen: een lababbel
zie verzamellijst bij: safflet
Hou op met zagen of ge krijgt een ababbel.
“Iemand ’en ababbel geven, dat ’em hooren en zien en vergaat”, Cornelissen-Vervliet (1899).
klap, oorvijg
zie varianten bij safflet
op TV gehoord dat ze dat ook in Zeebrugge zeggen.
Bij ons was vroeger een meester die Pietje genoemd werd omdat hij zo mager was, wel bij Pietje had ge een waffel te pakken voordat ge ’t wist.
merveilleux, meringuegebakje,
Het is een rond gebakje op basis van meringue en slagroom, chocoladeschilfers rondom en een roomtoefje met een stukje fruit er bovenop.
“Mijn man is afkomstig uit Duffel en daar noemen ze het een Astridje, genoemd naar onze vroegere Koningin Astrid. Maar de Franse naam klinkt chiquer, een merveilleux. Twee meringues met daartussen luchtig opgeklopte slagroom, gerold in geschaafde chocolade en bovenop een marasquino kers.” (uit een blog)
betuttelen
Antwerpse Kempen: betetterd
Zij heeft iemand nodig die haar betettelt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.