Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Indeling naar taal (van iets of iemand, eventueel voor een bepaald doel); taalstelsel
vnw: (bnl.) stelsel, geheel van regels voor het gebruik van de landstalen
znwb: Statuut betreffende het gebruik der landstalen (in België).
De aanwezigheid van heel wat internationale organisaties is geen verantwoording om te morrelen aan het taalstatuut van Brussel. (vrt.be)
De rustige rebel verhuist naar Luik omdat zijn actiemiddelen om Voeren een ander taalstatuut te geven op gemeentelijk vlak uitgeput zijn. (demorgen.be)
In het reglement stond dat de markthouders er zich eenzijdig toe moeten verbinden het taalstatuut van de gemeente te respecteren bij aankondigingen aan het … (standaard.be)
Moeten ondernemingen dan een taalstatuut kiezen in functie van het rechtssysteem? (trends.knack.be)
iemand die veelvuldig spreekt, die onophoudelijk spreekt
vgl. spraakwater
Trouw op post is ook weer Xavier uit Gent die met zijn collectie Playmobil en Lego de aandacht trekt. Maar de vrolijke spraakvaar heeft nog meer in petto. (hln.be)
‘Tja, die allereerste keer in Marokko heeft veel voor ons betekend’, vertelt Laurent Uyttersprot, de blonde spraakvaar van het tweetal (standaard.be)
De Cramer is op dreef. Tijdens de urenlange ondervragingen van collega onderzoeksrechter Nicole De Wilde legt de spraakvaar over zijn vriend Jespers de ene hallucinante getuigenis na de andere bloot. (bloggen.be)
Dat de Rotterdammers ondeugende spraakvaren zijn weten we al langer. Voor alle nieuwe bouwwerken verzinnen ze terstond grappige bijnamen, zoals “De Hoerenloper” voor een voetgangersbrug, “De Zwaan” voor de Erasmusbrug, “Het Potlood” voor een flatgebouw, “Het Kapsalon” voor het Centraal Station en nu dus “De Glasbak” voor Het Timmerhuis. (knack.be)
iemand die overvloedig spreekt, babbelt, spraakvaar
opm: SN betekenis van spraakwater is sterke drank waardoor men veelvuldiger, vlotter gaat praten, ook speeksel
vgl. spraakvaar, taterwater
Bovendien blijkt de man niet echt een spraakwater. Eigenlijk zou hij liever niet praten. (demorgen.be)
Ik besefte dat ik dan nog liever het omgekeerde had: iemand die een nul was in de chat en een spraakwater in het echte leven. (demorgen.be)
“Je voelt dat hij openbloeit, maar hij zal nooit een spraakwater worden." (nieuwsblad.be)
iemand die overvloedig tatert (tateren)
naar analogie met spraakwater
Wervelwind is het derde boek over Bet, de jongste dochter uit een gezin van vijf meisjes. Bet is een wiebelkont, een taterwater en een wervelwind. (eenhoorn.be)
Een taterwater, die zegt wat hij denkt. (hln.be)
Denk aan een niet al te slanke Amerikaanse dame van 75. Aan een te hoog opgetrokken broek. Aan een veelkleurige blouse. Aan een taterwater. (demorgen.be)
Firas is een taterwater. “Eigenlijk babbelde ik er vooral tegen de juf”, zegt de jongen. (gva.be)
overvloedig spreken zonder veel inhoud, praten, babbelen, keuvelen
vnw: praten, babbelen, kwebbelen, snateren, kwetteren
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen, niet ongunstig
zie ook tatergat, taterwater
Sandy is nogal aan het tateren! Die heeft taterwater gedronken zeker!
> andere betekenissen van tateren
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.