Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Zwegt me over Jeroen Meus, ik heb hem eens na proberen te doen: Pot op ‘t gasvuur en een pak boter erin – met papier en al want ’t komt niet zo nauw zegt de Jeroen altijd. Dan naar de frigo en 3 preien, een bussel peekes, 6 eiren, een bus melk, gemalen kaas en een fles witte wijn proberen te dragen. Alles is tegen de keust gegaan. Bij het ajuinen versnipperen op zijn Meus zat ik rats in mijne vinger met dat scherp patattenmeske. Dan ben ik maar zoals de Jeroen het gras gaan afrijen, maar tegen da’k terug binnen kwam om een plaat van de Beatles op te zetten moest ik de pompiers bellen. Drei uur later van armoei pizza-foon gebeld.
Dat hebben de Kempen en de Limburg gemeen: een ter ziele gegane nijverheidstak of industrie. In beide gevallen hebben de arbeiders er vooral een stoflong aan overgehouden. In beide gevallen behoort een uitgebreid vakjargon tot het erfgoed. En in beide gevallen wordt er met veel respect en fierheid op teruggekeken en over gesproken, want iedereen in de streek had wel iemand in de familie die er zijn boterham mee verdiende. In beide gevallen is de grondstof hetzelfde: koolstof.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.