Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #7991

    Dezeke
    (naam)

    Jezus

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): jezus:
    In de zegsw. ‘Deezeken de oogen uitsteken, het te bont, te bar maken.
    ’Dat gaat over zijn hout. Menschen, houdt op, want waarlijk ge steekt Deezeken zijne oogen uit!’ De Mont en De Cock, Vl. Vert. (1898).

    (Hageland) Zjuzzeke, Jezeke

    zie ook danke Dezeke, Dezeke kijft

    smoort, smoort, smoort ’n sigaret
    doe voort, voort, voort en smoort zo lank a ge nog asem hèt
    vraagt on Deezeke, lieve God
    dat ’m boven al e pleutske lot
    mor da g’ eerst nog moet trekke on oe sigaret
    (naar de Strangers)

    Ge meugt Diezeke zijn ogen niet uitsteken!

    In Djezekes tijd (heel lang geleden)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 11:01
    4 reactie(s)

    #7992

    verschot
    (het ~ , geen mv.)

    spit: acute lage rugpijn, die vaak ontstaat na het optillen van een zware last

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): (Vl.-België) Plotseling optredende pijn met gedeeltelijke machteloosheid in de lendespieren, spit; (med.) lumbago.
    — Ik heb e verschot in mijnen rug, Cornelissen-Vervliet (1903).

    Van Dale BE; spreek­taal spit

    Mijne man heeft mee helpen verhuizen en nu zit hij met het verschot.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 11:00
    0 reactie(s)

    #7993

    astrant
    (bn., bw.)

    brutaal, vrank, stout

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): bij Assurant: in de volkstaal geworden tot ASTRANT (met invoeging van t tusschen s en r die onmiddellijk achter elkander kwamen —, Een woord dat men in het Nederlandsch heeft afgeleid uit assurantie, den verhollandschten vorm van frans assurance, in den zin van vrijmoedigheid; het Fransch zegt niet assurant, maar assuré.

    Van Dale online 2018 niet al­ge­meen on­be­schroomd, zelf­ver­ze­kerd

    zie ook: strant, astranterik

    - Dat was nen astrante kerel seg! Zonder iets te vragen of te zeggen, sleurt die mij op den dansvloer en ik ken die nog geen eens.

    - “Zeg, Wouter, hoe kwam het toch dat je zoo opeens met de familie meeging? ’t Is nogal heel erg asterant van je.” – Multatuli, 1874

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 11:00
    5 reactie(s)

    #7994

    klakkebuis
    (de ~ (v.), -zen)

    uitgeholde vliertak om vlierbessen of wat anders al blazend mee weg te schieten (blaaspijp)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): klak: Naam voor de klakkebus (De Bo (1873); De Cock en Teirlinck, Kinderspel (1905)).

    Brussel: flokkebus
    Haspengouw: krakkebuis
    Sommige regio’s in de Antwerpse Kempen en Limburgse Kempen: flopbuis

    Toen we nog jong waren was het maken van en spelen met klakkebuizen een zeer geliefd tijdverdrijf.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:59
    9 reactie(s)

    #7995

    travakken
    (ww., travakte, getravakt)

    (hard) werken

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): trafakken, travakken:
    Bargoense vervorming van frans travailler, hoofdzakelijk in Zuid-Nederland in gebruik, en aldaar ook in sommige dialecten opgenomen. Vergelijk voor den vorm dialectisch hoogduits trawaklen ”angestrengt arbeiten”.

    Van Dale: tra­vak­ken
    toegevoegd in 2007
    BE; spreek­taal: hard wer­ken

    zie ook travo

    Mendag is de vacance om en mutte we wee gaan travakke. (Antwerpse Kempen)
    (Maandag is de vakantie voorbij en moeten we weer gaan werken.)

    We moesten hard travakken om op tijd met het werk klaar te zijn.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:59
    3 reactie(s)

    #7996

    semmelen
    (ww. semmelde, gesemmeld)

    babbelen, roddelen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Wisselvorm naast Sammelen. Wauwelen, kletsen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
    Ze hée’ meer as ‘en uur zitten semmelen over alle vodden. Da’ wijf kan iet doen van semmelen, Cornelissen-Vervliet (1899-1906)

    Van Dale 2014 online: gewestelijk

    Gij hebt geen goeie punten; gij semmelt te veel in de klas.

    > zie andere betekenis van semmelen

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:58
    4 reactie(s)

    #7997

    verschietachtig
    (bn.)

    -om van te verschieten, om van te schrikken, iets wat plotseling, maar niet blijvend, schrik teweegbrengt
    -ook: vlug verschieten, gezegd van mensen of dieren

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.

    Van Dale: BE; spreek­taal

    zie ook verschietelijk

    “Weet u niet wat verschietachtig is?. Stel, u fietst voorbij een geparkeerde auto en de deur van die auto gaat plots open en u kunt een aanrijding nog net vermijden. Wel, dat is nu verschietachtig.” (Drs. Johan Happolati, ‘Verschietachtig’ moet in de Dikke Van Dale)

    Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:57
    1 reactie(s)

    #7998

    wrijf
    (de ~ (m.), -ven)

    wreef = bovendeel van een voet

    ook in de prov. Antw.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt), bij wrijf:
    znw. m. Wreef van den voet, jongere vorm in de plaats gekomen van wrijch.
    Kiliaan: wrijf des voets, suprema pars pedis. In Zuidnederland nog gewoon.

    Er is een steen op zijne vrijf gevallen.

    “Lederen lap in rijgschoenen, die de wrijf bedekt”, Cornelissen-Vervliet (1906).

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:56
    4 reactie(s)

    #7999

    seffens
    (bijw.)

    later, straks

    vnw:
    •direct, onmiddellijk, meteen
    •straks, zo dadelijk

    Typisch Vlaams: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 6

    uitspraak in Antwerpen: sèvves, seves
    Kempen: sèwwes, seuwes > met korte eu

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Thans alleen in Zuid-Nederland, vroeger ook in Holland.
    “Kom, doe liever voort … ’t moet hier nog al verricht worden en seffens komen de gasten!” Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).

    Van Dale online: BE: spreek­taal: da­de­lijk, aan­stonds

    ook sebiet, bedeenen, strieën

    Ik zal dat seffens wel even doen, als ik hier gedaan heb.

    “De pendelbus heeft mij netjes afgezet voor de deur van het centrum en brengt mij seffens weer naar het centrum van de stad. " (vrt.be)

    De Europese beleggers hebben blijkbaar een goed oog in de verklaring die FED-voorzitter Ben Bernanke seffens zal afleggen. (trends.knack.be)

    ‘Ik denk dat ze de boeren hier weg willen. Maar seffens heeft België niets meer van zijn eigen. Platteland is landbouw!’ (standaard.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:54
    4 reactie(s)

    #8000

    appelblauwzeegroen
    (bn.)

    1. onbestemde kleur
    in de prov. Antwerpen was appelblauwzeegroen een ondefinieerbare kleur
    2. nu ook: blauwgroen, turkoois (misschien heeft de volksetymologie aan appelblauwzeegroen een “echte” kleur willen geven?)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt), bij appel: appelblauw-zeegroen, schertsend gezegd als men de kleur van iets niet kan of wil noemen (De Bo (1873); Joos (1900-1904)).

    1. Ze hebben die gevel in ’t appelblauwtzeegreung gezet

    2. Haar nieuw rokske is appelblauwzeegroen.

    2. Er zit een gat in de politieke markt, en dat gat kleurt appelblauwzeegroen (demorgen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:53
    6 reactie(s)

    #8001

    mutten
    (zn. m.)

    kalf, lomperik

    uitspraak met doffe u

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt):
    Een in Zuid-Nederland gewone naam voor een zeer jong kalf; wellicht is dit woord gevormd met het suffix ‘îna’, dat dikwijls voorkomt in namen van jonge dieren, waarbij men echter het onz. geslacht zou verwachten.
    - “De muttekes staan in hun stal” De Cock en Teirlinck Kinderspel & Kinderlust in Zuid-Nederland (1902).
    - Oneigenlijk, een klein kind; een dommerik, een sul (…)
    - Samenst. Muttenstal (Joos (1900-1904), meuttentuischer, ”schacheraar in kalven” (Cornelissen-Vervliet (1899-1906)

    Van Dale 2018: mut­ten
    niet al­ge­meen
    1. kalf
    2. dom­me jon­gen

    zie ook meutte, meute, moette

    Welke mutten heeft dat nu weer uitgevonden?

    Inne minne mutten
    10 pond grutten
    10 pond kaas
    inne minne mutten is de baas

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:52
    6 reactie(s)

    #8002

    metteko
    (de ~ (m.), - 's)

    dom, onhandig iemand

    ook in Hageland, Vlaams Brabant
    Antwerpen: scheldwoord voor onnozelaar, scharminkel
    Kempen: scheldwoord voor achterlijke aap, onnozelaar
    Leuven: matteko
    Halle: mettekou
    Vlaamse Ardennen: martiko
    Mechelen: onnozele, onnozelaar, onhandig iemand
    Niel: mettekoo: rug

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): modern lemma: marteko, ook wel martiko
    In Zuid-Nederland een naam voor den aap, en zooals De Bo (1873) opmerkt, bepaaldelijk voor het jong van den aap. Mocht men dus denken aan een diminutief, dan moet men wel vragen of Marteko een verkleining zou kunnen zijn van Martijn (bij Kiliaan (1588) ook Marte), vanouds een naam van den aap (…) maar een vorm martico is in het Fransch niet aangewezen."

    Marticot bestaat niet in het Frans, maar wel in het Waals waar het makaak (Macaca) betekent (Waalse wikipedia).

    Als ge drie keer zout op de patatten doet, zijt ge toch wel nen echten metteko!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:52
    11 reactie(s)

    #8003

    bobijn
    (de ~ (v.), ~en)

    spoel voor garen, garenklos, spoelklos, klos

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Bobijn:
    - garenklosje, al of niet met garen omwonden. Thans alleen in Zuid-Nederland.
    < Het woord is vroeg ontleend aan Frans bobine ‘spoel’ (1544); het heeft de diftongering van – ? – naar – ij – meegemaakt.

    Van Dale online: Belgisch-Nederlands

    vnw: een bobijntje garen: een klosje garen

    Nähgarne 3
    Bobijnen van naaigaren

    Zet het bobijntje bovenop het naaimachien voor ge begint.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:50
    9 reactie(s)

    #8004

    kwistenbiebel
    (de ~ (m.), ~s)

    1. losbol, lichtjes op zijn kop gevallen niet ernstig te nemen persoon
    2. kwibus, kwiet, kwiebel, kwieten
    soms ook bistenkwiebel

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): kwistenbijbel
    Uit Westvlaams kwiste `ruzie’ en bijbel (?): (West-Vlaanderen) Ruziezoeker.
    Van de Vyvere bekeek hem eens, als wou hij zeggen: ”Hela, kwistenbiebel, braaf zijn, hein! Of anders …” En De Jaegere was braaf, en bij de naamafroeping stemde hij, de eerste van de heele kamer: Jaaa! De West-Vlaming 6 Dec. 1930

    1. Zie die kwistenbiebel daar nu eens bezig! Hij is bezig de straat proper te maken met handborstel en vuilblik.

    2. Hela kwistenbiebel, ge houdt het schilderij op zijne kop!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:49
    6 reactie(s)

    #8005

    schab
    (het ~, ~ben)

    horizontale plank in een kast of tegen een muur, bedoeld om voorwerpen op te bewaren

    Kits Gramel
    Gevulde schabben

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): schab. Andere vorm naast schap. Plank in een kast of langs een wand, tot bergplaats bestemd. In Zuid-Nederland.

    Voorbeelden

    In de wasserij lagen er honderden pakken gestreken was, in grauw papier (papier, grauw ~) ingepakt, op hoge rijen schabben opgetast, tot ze met de stootkar thuis bij de klanten werden afgeleverd. Dien tijd is lang voorbij.

    Voor mij nen trappist van ’t schab. Dat is altijd veel lekkerder dan ene uit de ijskast.

    Artikel 2dehands.be: staand rek + bijhorend schab om aan de muur te bevestigen. (Turnhout)

    Op het hoogste schab bevonden zich flesschen anijs en jenever, (V. Loveling, Hoofd v. ’t huis 80, Gent).

    > zie ook schap, vensterschab en andere betekenis van schab

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:48
    6 reactie(s)

    #8006

    schab
    (het ~, ~ben)

    horizontale plank in een kast of tegen een muur, bedoeld om voorwerpen op te bewaren

    Kits Gramel
    Gevulde schabben

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): schab. Andere vorm naast schap. Plank in een kast of langs een wand, tot bergplaats bestemd. In Zuid-Nederland.

    Voorbeelden

    In de wasserij lagen er honderden pakken gestreken was, in grauw papier (papier, grauw ~) ingepakt, op hoge rijen schabben opgetast, tot ze met de stootkar thuis bij de klanten werden afgeleverd. Dien tijd is lang voorbij.

    Voor mij nen trappist van ’t schab. Dat is altijd veel lekkerder dan ene uit de ijskast.

    Artikel 2dehands.be: staand rek + bijhorend schab om aan de muur te bevestigen. (Turnhout)

    Op het hoogste schab bevonden zich flesschen anijs en jenever, (V. Loveling, Hoofd v. ’t huis 80, Gent).

    > zie ook schap, vensterschab en andere betekenis van schab
    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:48
    6 reactie(s)

    #8007

    schreemen
    (ww., schreemde, geschreemd)

    schreien, huilen

    Crying

    Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): schreemen: schreien, wenen
    Het arme kind schreemde van de koude. Men snikte en schreemde rond het lijk. Ik kan dat niet hooren zonder schreemen. Hij schreemde van spijt en berouw, De Bo (1873)

    zie ook schremienge

    Voorbeelden

    Ik heb me bijna doodgeschreemd toen mijn kat overreden was. Nog een geluk dat ze van de eerste keer dood was.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:35
    0 reactie(s)

    #8008

    schreemen
    (ww., schreemde, geschreemd)

    schreien, huilen

    Crying

    Woordenboek der Nederlandsche Taal wnt: schreemen: schreien, wenen
    Het arme kind schreemde van de koude. Men snikte en schreemde rond het lijk. Ik kan dat niet hooren zonder schreemen. Hij schreemde van spijt en berouw, De Bo (1873)

    zie ook schremienge

    Voorbeelden

    Ik heb me bijna doodgeschreemd toen mijn kat overreden was. Nog een geluk dat ze van de eerste keer dood was.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 21 May 2025 10:34
    0 reactie(s)

    #8009

    tenor
    (zn. m. ~en, ~s)

    iemand die een prominente rol speelt op een bepaald gebied

    vnw: tenoren: favorieten in de sport, kanshebbers voor een overwinning, toppers

    anw: (vooral) in België: iemand die in een bepaald milieu een toonaangevende rol speelt

    Tenoren zakken af naar Zelzate: Hoog bezoek afgelopen zaterdag in Zelzate. Federaal minister Pieter De Crem, Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege en Vlaams minister Hilde Crevits zakten af naar de nieuwjaarsreceptie van CD&V Meetjesland in restaurant ‘Den Hof’. (hln.be)

    De drie tenoren van de Vlaamse keukenverkoop: “Onze sector staat op ontploffen”. (hln.be)

    Drie tenoren van de Vlaamse fictie, drie beste vrienden: ‘Ik had het er soms lastig mee dat mijn carrière wat trager op gang kwam’. (demorgen.be)

    De slotwoorden van tenoren Van Aert en Van der Poel: “Het rondje is niet meer te vergelijken met gisteren”. (sporza.be)

    We zullen het talent van de dansers van dit grote Portugese referentie-instituut ontdekken in drie stukken van een tenor van de choreografie, Hans van Manen. (theatredeliege.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 May 2025 10:19
    0 reactie(s)

    #8010

    tennisraket
    (de ~, (v.), ~ten)

    uitspraak- en schrijfvariant van het SN-NL: tennisracket (tennisrekket)

    vnw: tennisracket

    2dehands.be : Oude tennisrakket – Te koop €13 in Aalst

    Bjorn Borg in zijn tijd speelde nog met een houten tennisraket.

    Op internet wordt er een groot scala aan top merkproducten tennisraketten aangeboden.

    Zo klinkt Metallica gespeeld op een tennisraket:
    Henk Rijckaert is naast komiek ook fulltime doe-het-zelver. Voor zijn show bouwde hij een ordinaire tennisraket om tot elektrische gitaar. (stubru.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 May 2025 10:07
    4 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.