Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    bobijn

    Dit is slechts 1 definitie voor "bobijn." Bekijk alle definities.

    bobijn
    (de ~ (v.), ~en)

    spoel voor garen, garenklos, spoelklos, klos

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Bobijn:
    - garenklosje, al of niet met garen omwonden. Thans alleen in Zuid-Nederland.
    < Het woord is vroeg ontleend aan Frans bobine ‘spoel’ (1544); het heeft de diftongering van – ? – naar – ij – meegemaakt.

    Van Dale online: Belgisch-Nederlands

    vnw: een bobijntje garen: een klosje garen

    Nähgarne 3
    Bobijnen van naaigaren

    Zet het bobijntje bovenop het naaimachien voor ge begint.

    9 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door aliekens en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (01 Nov 2021 09:53)
    Dit woord was woord van de dag op 03 Nov 2012

    👍
    1068

    Reacties

    uitdrukkingen

    Je kunt ook “aan het eind van uw bobijntje zitten”. Ook: “mijn bobijntje is op”. En dat betekent gewoon dat je doodmoe bent.

    Toegevoegd door Trezebees op 07 Nov 2007 16:52

    ook wel NEN bobijn (mannelijk), of niet?

    Toegevoegd door Diederik op 19 Apr 2008 20:29

    bo·bijn
    de bobijn (vrouwelijk), de bobijnen

    (in België, niet algemeen) garenklos

    Vermoedelijk was het beter met gewoon “de ~” in vandale, dwz: (v./m.)

    Toegevoegd door Grytolle op 20 Apr 2008 13:25

    bobineur

    Iemand die spoelen voor transformatoren en elektische motoren wikkelde werd een bobineur genoemd.
    Een zo goed als verdwenen vak.

    Toegevoegd door Gargamelius op 03 Nov 2012 22:13

    Just Garga, ik ken een bobineur.

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 04 Nov 2012 10:42

    Nederfranglais en beter te vervangen door spoel.

    toegevoegd door Taalgaardenier, 5 meil 2014

    Toegevoegd door fansy op 06 May 2014 02:29

    Taalgaardenier,
    spoel en klos zijn ook leenwoorden, net zoals bobijn.
    Spoel en klos zijn SN, bobijn Vlaams.

    SPOEL: is een leenwoord uit het latijn: spola.
    Oudste attestatie: 891-900: spuola (OMW)

    KLOS:
    VMNW: Closse
    Oudste attestatie: Oost-Vlaanderen, 1290
    MNW:
    Een woord, dat met cloot verwant is, hoewel het in het Ndl. eene geheel andere beteekenis heeft aangenomen.
    – Bal, vooral een bal om mede te spelen, rolbal, schietbal, bol. Kil. klos, j. kloot, globus, sphaera.
    - Ook in eene andere beteekenis van cloot kwam clos(se) voor; Kil. coleus, testis; klosken, klootken, globulus, sphaerula; et coleus, testiculus.
    WNT:
    waarschijnlijk ontleend uit het HD: Klotz
    soms KLOTS —, znw. m., mv. -sen. Mnl. closse; in het Vl. nog klosse vr., in ‘t Brab. klos vr. Fri. klos(se). Men neemt wel aan dat klos reeds in de M.E. aan het Hd. is ontleend; voor de bet. 2) is zoo’n overneming zeker niet onwaarschijnlijk, voor sommige andere althans mogelijk.
    2) In den houthandel en het timmervak. Thans: ronde balk van hardhout, speciaal eikenhout, bestemd om tot planken gezaagd te worden, of reeds tot planken gezaagd mits deze bij elkander zijn gehouden. Wellicht onder invloed van het Duitsch, waar men iederen ronden balk, van welk hout ook, klotz noemt, werd klos voorheen, en wordt ’t allicht nog wel eens, ook in anderen zin gebezigd, zoodat b.v. het gebruik van den term van de afmeting zou afhangen: zie onder de volgende aanhalingen.
    VD:
    (1926-1950) ontleend aan Frans cloche: zie clochen

    BOBIJN:
    WNT: BABIJN —, znw. vr., mv. -en.
    Het Fr. bobine, eng. bobbin; volgens eene gissing van SALMASIUS, zou het verwant zijn met gr. ??, zijdeworm (wegens de gelijkenis eener bobijn met een cocon of pop). De thans inzonderheid Zuidnederlandsche vorm babijne is te vergelijken met bazuin, ajuin enz., waar a in eene toonlooze lettergreep in de plaats eener o is gekomen.
    1. In ’t algemeen. Garenklosje, al of niet met garen omwonden. Thans alleen in Zuid-Nederland.
    - Bobbyne. Une bobine à entrelacer, PLANT. (1573).
    Bobijne en Babijn, Garen-klos. Un fuseau du fil, V. D. ENDE.
    — Dat ik hare bobijntjes opraap, die alle oogenblikken vallen, haar werkdoosje mag openen … en hare streen mag ophouden, BERGMANN, Staas 29 (1874).
    - Maer siet eens sijn geluck! Met een bobyntje gaeren, Dat Ariadne gaf, wist hy (Theseus) de saeck te klaeren, … Den uytganck vanden hof die vont hy op een draet, POIRTERS, Theod. 157.
    - Als ze ellen garen door haar vingeren, Laat om ’t gezwind bobijntje slingeren, Als ’t vliegend naaldje steken doet, V. BEERS 2, 148 (1859).

    Toegevoegd door fansy op 06 May 2014 03:29

    In de kleuterklas zaten wij op bobijntjes, m.a.w. iets grotere spoelen, zonder garen.

    Toegevoegd door Kim D op 09 May 2014 14:37

    bobijn

    van iemand die heel snel babbelt; zijn bobine loopt weer af

    Toegevoegd door Kastanjeoog op 20 Aug 2015 14:32

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.