Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
Broodpudding in het Aalsters en Brussels
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Beslag van meel of fijngemaakt brood, melk, eieren, niervet, nootmuscaat enz., in een doek of zak gekookt.
vergelijk Engels “pudding”, Frans “boudin”
Moeder heeft weer podding gemaakt met oudbakken brood.
< andere betekenis van podding
broodpudding: taart gebakken van oud brood
Het oudbakken brood verwerk ik straks in boogevulders.
in bezwijming vallen, flauw vallen
Ons vader viel van zijne sies op het feest.
je boeltje, je hebben en houden.
kan evenwel ook kledij zijn, meubels, hobbyartikelen enz.
ook in Antw. + Kempen
zie ook: mikmak
Morgen komt het huis vrij en vertrekken ze met hun hele rimram.
deze namiddag, te achternoene
zie ook: nachtenoen, achternoen
De Bo, Westvlaamsch Idioticon (1873):
tachternoen(e) bijw. Dezen namiddag, frans cet après midi. Ik zal tachternoene komen. Het is tachternoene gaaischieting in het plein.
- Wordt maar gezeid van den aanstaanden namiddag. Van eenen namiddag in ’t algemeen zegt men ’s achternoens. Dat is ’s achternoens gebeurd. Dat heeft altijd ’s achternoens plaats.
-Dit woord is eene crasis voor te achternoene, even als thans en thuis voor te hands, te huis.
Neen, Sofie is niet thuis. Ze komt tachternoene naar huis.
Ik zou sjatten eerder uitspreke ende schrijve as zjatte.
Ik zou sjatten eerder uitspreken ende schrijven als zjatte.
warmwaterkruik, warmvoetensteen, heetwaterblaas
→ boejote, warmwaterblaas, stoopke
< Frans bouillotte < bouillir = koken (rubberen recipiënt dat kokend water kan bevatten)
De boejot heeft een dubbele functie: ’s avonds lakens en voeten opwarmen, ’s morgens wekker als de blaas ijskoud geworden is. Ge moet dan wel in een niet-verwarmde kamer slapen met open venster. Wie heeft er nog een?
flauwvallen
ook in de Antwerpse Kempen
zie ook: sus, van zijne ~ vallen,
sies, van zijne ~ vallen,
sus, van zijne ~ draaien,
vallen, van zijnzelve ~
zie ook verzamellemma geneeskunde
Vroeger had ik lage bloeddruk en dan kon het gebeuren dat ik van mijne klot viel.
bangerd
Onze chef is een pamperbroek: hij durft niet eens zijn personeel te verdedigen bij de directie uit schrik zijn eigen belang te schaden.
billen, achterwerk, zitvlak
Van Dale 2014 online: gewestelijk
zie andere definities van prot
Ook in Vlaams-Brabant: regio Londerzeel en Merchtem
Jantje wou niet luisteren. Hij kreeg (meppen) op zijn prot.
“Menne vent es nogal vermagerd, ij èè giën prot nemie.”
Betekenis: “Mijn man is de laatste tijd zo vermagerd, dat hij geen (tastbare) billen meer heeft.”
“piepen” of huilen van de hond. Lichte vorm van janken om iets gedaan te krijgen.
Onze hond staat aan de deur te junkeren, laat hem eens buiten, ik denk dat hij moet plassen.
voortdurend, herhaaldelijk, aaneensluitend, opeenvolgend
ringaaneen, aaneen, aanaavende
uitspraak: /rink on ie .en/ [r??k?ni?n]
ook in de prov. Antwerpen
Ik heb mij miskocht aan m’n wasmachine, ze is rinkonieën kapot.
Eet die snoepjes nu niet rinkaaneen op. Laat nog wat over voor morgen.
zeurend wenen
De klein is weer de ganse dag aan het jinsteren geweest. Zou ze ziek aan het worden zijn?
pop
Volgens wat hamamelis zei: [pYp?]
De sint bracht voor ons dochtertje een mooie puppe.
meestal gouden juwelen
regio Brugge/kust: uistpraak “goedewerk”
Tante Simonne draagt elke dag wel iets van goudenwerk.
Uitdrukking Leiestreek:
Ze draagt haar goedewerk binst de weke = Ze heeft ros haar
eucharistieviering, mis
Op kerstdag duurt de messe anderhalf uur.
ruien, haren verliezen, ruiven
vnw:
•de baard in de keel krijgen, de overgang doormaken van de kindertot de mannenstem, van stem verwisselen
•ruien
Van Dale 2013:
(1287) van Middelnederlands mu(y)ten, ontleend aan Latijn mutare (veranderen)
1.(van roofvogels) ruien
Algemeen Nederlands Woordenboek: (vooral) in België; specialistisch: verwisselen van veren van vogels, met name roofvogels; ruien
Elke dag moet ik stofzuigen, de hond is in zijn muiten.
ruien: jaarlijks vernieuwen van de veren, ook wel muiten genoemd (valkeniers.be)
In de zomer verliest de roofvogel daar zijn veren. Er groeien dan nieuwe veren voor in de plaats. Dat wisselen van veren heet muiten. (docukit.be)
pissen, plassen
Na een paar pintjes moet ik plots hevig pirelen.
drinken
De kleine heeft al zijn melk uitgelabberd.
Heb jij aan mijn fles gelabberd? Hij is bijna leeg!
Aan de kust gezegd van een vissersschip dat naar de visgrond loopt of ervan terugkomt. Aangezien dit op volle snelheid gebeurt om geen tijd te verliezen is er veel boegwater dat omhoog spat.
Bij uitbreiding ook gezegd van alles (of iedereen) die zich gehaast voortbeweegt.
Tijdens het spetteren wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om allerlei kleine werkjes te doen aan boord omdat er dan niet gevist wordt.
Die jonge gast met zijn brommer, zoals die door het verkeer spettert, dat loopt nog eens slecht af!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.