Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
- als vertegenwoordiger of werknemer in buitendienst werkzaam zijn, (handels)reiziger zijn
- ook wel gezegd van iemand die zich prostitueert, tippelen, een baanhoer (in Antwerpen: boulevard, den ~ doen)
- Hij verkoopt stofzuigers; hij doet de baan.
Als commerciëel salesmedewerker op de binnendienst ondersteun je je collega die de baan doet. (sic – uit vacature-site)
- De baan doen brengt mij een pak meer op dan gaan schoonmaken. Ge moet alleen zien dat ge de pooiers van uw lijf kunt houwen.
ne kerel!
gij zijt ne tsjarel!
nieuwe benaming voor beursindexen
(wordt ook in Nederland gebruikt)
Zwarte dag op de beurzen, indices kleuren rood. (Klara nieuws)
van een koude kermis terugkomen, niet bereiken wat men poogde
ook: kale reis, van een ~ thuiskomen : Van Dale 2016 online: BE
hij was met dat meiske daar gaan praten om heur te versieren, maar hij is percies van een kale reis teruggekomen
Waasland-Beveren en STVV komen van een kale reis thuis (kvknieuws.be)
Schrokkoppen dreigen ook van een kale reis terug te komen: Wie rekent op wat rente voor zijn centen op het spaarboekje, komt al enige tijd van een kale reis thuis. (kockaerts.be)
(verouderd?) zieke
Ik kan van den avond niet komen want ik heb ne ziekene thuis.
voetzool
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Verbastering van Plant: waarschijnlijk omdat men het plat van den voet met eene vlakke plank vergeleek. In Zuid-Nederland. De zool of ondervlakte van den voet.
Een doorn in de planke van den linkeren voet. (De Bo 1873).
Van Dale 2013 online: gewestelijk
Hij heeft ne pijnlijke wieër op de plank van zijne voet.
Hij is in een nagel getrapt. Recht in de plank van zijne voet.
ontsteken of erger nog, het koudvuur of gangreen krijgen
zie ook vuur, in het ~ slagen
ook in de prov. in Antwerpen: in het kwaad slagen
Ontsmet die wonde maar of ’t slaat in het kwaad.
mouterneist, mouternist,
ruimte tussen het hooi of bak met hooi waarin fruit werd gelegd dat daar verder kon mouteren
ook gebruikt met de betekenis spaarpotje, appeltje voor de dorst
ook in West-Vlaanderen
Leg die appels nog maar wat in de mouternest, die kunnen we later pas opeten.
Ik heb nog ne schone mouternest voor mijn oude dag.
Bar waar de animeermeisjes/diensters de klanten verleiden, ook tot het spenderen van veel geld aan drank en meedrinken op kosten van deze klanten.
zie ook uitzuipen, uitzuipkroeg
Hij heeft weer heel de nacht de grote meneer uitgehangen in een uitzuiperscafé, de maskes getrakteerd…
persoon die meedrinkt op andermans kosten,
die bij gegeven rondjes meedrinkt maar zelf nooit een rondje geeft
zie ook uitzuipen
Jaja, goe zat en gene frank uitgegeven, ’t is en blijft nen uitzuiper.
persoon die “er op uit” is om te profiteren, die drumt/dringt/handelt om zeker dingen te krijgen/verwerven
ook wel een uitzuiper.
Dien opuitegaard zal wel al aan het hengelen zijn naar de erfenis van zijn nonkel.
Van dien opuitegaard krijg je nooit een pint terug maar als er getrakteerd wordt staat hij op de eerste rij.
gierige vrouw
zie ook: kneut, pin
Die pinneteef zal eerder twintig keer heure rok oplappen dan een nieuwe te kopen.
tegenwoordig, nu
vgl. serreworg
Vroeger speelden de kinderen vaker op straat, sirreworrig kijken ze TV of spelen computerspelletjes.
hevige stortbui, zwaar (on)weer dat in aantocht is
Doë kimp ’n sjoêr op, haol gauw ’t leived èn (Daar komt een stortbui aan … haal gauw de was binnen.)
zie paretten, van zijn ~ maken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: PARETTE — Daarnaast pret(te) Een in Zuid-Nederland, meestal in het meervoud voorkomend woord, dat waarschijnlijk één is met Pret en verwant met Part en Prat.
1. Pralerij, snoevende manier van doen. Vergelijk bij Kiliaan: ”pratte, parte. Arrogantia, audax facinus”.
“Hij maakt veel p(a)retten”, De Bo (1873).
“Het waren hier vooral de bussiness-mannen, stijf in kostuum, met plastron, die van hun paretten gingen maken tegen de polies, terwijl een ruige motard gezellig en beleefd een praatje maakte met ome agent :-)” (uit een forum)
1) profijt hebben bij : winst, voordeel, tijdwinst
2) profijt doen: goedkoper af zijn
3) uitdr.: ‘ergens (geen) profijt mee doen’: ergens (geen) winst mee doen (financieel voordeel of tijdwinst)
Van Dale online:
pro·fijt (het; mv: profijten)
1.voordeel, nut, winst
synoniem(en): voordeel
? voorbeelden: profijt trekken van iets
1) Hij doet dat niet zo maar vrijwillig, hij heeft er profijt bij.
2) Vanaf tien stuks gaat er 15% van de prijs af, dan doe je profijt.
3) De zelfgemaakte verse gelei verkopen aan 1.5€ per 370gram? Dat zal wel zijn, daar doe ik geen profijt mee.
reclameblaadje
De reklambladjes zijn gebracht, eens zien waar we profijt kunnen doen.
1) reclame
2) promotie, solden, afgeprijsd
ze doen een reklam, het staat in reklam, ’t is ne reklam
uitspraak waarschijnlijk naar analogie met Frans ‘réclame’
provincie Antwerpen: reklaam, met een doffe ‘e’ zoals in ‘het’
1) Veel te veel reklam op TV, dat is vervelend.
2) Dat staat hier in reklam, 3 voor de prijs van 2.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.