Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente toevoegingen

    De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #17181

    pietenpap
    (de ~ (v.), geen mv.)

    lopende pudding met stukjes pasta erin
    klassiek: macaroni of spaghetti
    modern: andere pastasoorten
    ook: pierenpap

    Deze morgen heb ik pietenpap gemaakt met hoorntjespasta. Het is niet alleen heerlijk als 4-uurtje maar ook als ontbijt.

    5 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door Marcus (27 Jul 2021 06:24)

    πŸ‘
    283

    #17182

    indoppen
    (ww., dopte in, ingedopt)

    insoppen, indeppen
    zie ook doppen, opdoppen, uitdoppen, opsoppen

    SN: indopen

    Meder heeft de schaafwonde ingedopt met ontsmettingsmiddel.

    Haar tutteke werd eerst in wat water ingedopt, dan in haar mondje.

    Het is het beste dat ge die plek eerst indopt met vloeibaar wasmiddel, efkes laten intrekken en dan in het wasmachien steken.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door fansy (22 Jul 2021 07:15)

    πŸ‘
    267

    #17183

    doppen
    (ww., dopte, gedopt)

    tollen, met een top, dop spelen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Tollen, met eene tol spelen. In Zuid-Nederland.
    Men gedoogde er (op de normaalschool) met marbollen en ballen te spelen, te doppen enz., Teirlinck-Stijns, Arm Vlaanderen.

    zie ook pindoppen

    Een groepje jongens en meisjes doppen een wedstrijdje met hunnen dop.

    Doppen, een spel van lang geleden…

    > andere betekenissen van doppen

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (27 Jul 2021 03:01)

    πŸ‘
    297

    #17184

    dop
    (de ~ (m.), ~pen)

    bolvormig versiersel aan een ceintuur, sacoche, schoenen, …

    Van Dale 2014 online: gewestelijk

    Van mijne ceintuur zijn de goudkleurige dopkes afgegaan; ze zijn nu zilverachtig.

    Mijn sandalen hebben een paar dopkes kwijt.

    Haar sjakosse, is schoon versiert met blinkende dopkes.

    > andere betekenis van dop

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (07 Aug 2021 11:43)

    πŸ‘
    321

    #17185

    tots
    (de ~ (m.), ~en)

    - tol, draaitol, top
    - pindop, dop

    Als den tots bijna was uitgedraaid, dan zei mijn grootmoeder altijd: ‘Zie dien tots draaien, dien draait zo zot als een achterdeur (achterdeur, zo zot als een ~).’ En dan lachte ze…

    > andere betekenissen van tots

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (22 Jul 2021 20:23)

    πŸ‘
    271

    #17186

    dop
    (de ~ (m.), ~pen)

    pindop, tots, top
    SN: priktol

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: dop: tol, inzonderheid priktol of taatstol. In Zuid-Nederland, vooral in Brabant en Limburg, ook te Antwerpen.

    Van Dale 2014 online: gewestelijk

    Met een dop spelen dat was heel stoer vroeger. Zeker als meisjes em sneller en langer konden laten draaien.

    > andere betekenis van dop

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (25 Jul 2021 12:17)

    πŸ‘
    343

    #17187

    dop, pin~
    (de ~ (v.), ~pen)

    zie pindop

    -

    0 reactie(s)
    Toegevoegd door fansy (27 Jul 2021 15:11)

    πŸ‘
    266

    #17188

    koddaard
    (zn.)

    Ossenstaartsoep, “oxtail”: de dikke versie, niet de heldere bouillon

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij kodde:
    Staart van een dier (meestal een hond, een varken of een koe).
    - Het koddeken van ‘t verken is voor dengene die het gat kust, Schuermans (1865-1870).
    - Zijn kodd’ intrekken (van een hond gezegd; ook fig. voor ”beschaamd, beteuterd zijn”), Teirlinck.

    < Kodde zou tot een basis kunnen behooren die ‘gebogen zijn’ beteekent. In het Vlaamsch.

    Voor Kerstavond maken we koddaart.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Ketchup en laatst gewijzigd door de Bon (11 Aug 2021 06:12)

    πŸ‘
    281

    #17189

    neet
    (tussenwerpsel)

    neen

    uitspraak met scherplange e: nieΓ«t, nijΓ«(t), niejet

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: De oudere taal gebruikt soms ‘niet’ in gevallen waar men nu ‘neen’ zegt: te weten om te ontkennen wat gevraagd is of onderstellenderwijze is gezegd.
    “Soudet gy daer na wachten …? Niet, mijne dochters” Statenbijbel, (ed. 1688).

    - Ge gaat die vent zijn goesting geven, niet?
    - Niejet gij!

    > andere definitie van neet

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (13 Jun 2025 12:46)

    πŸ‘
    281

    #17190

    boutade
    (zn. de ~ v ~s )

    spitsvondigheid, snelle grap

    Een boutade (van het Franse bouter, “verdrijven”) is een spitsvondige uitspraak, die tegelijkertijd veelal pregnant gebruikt wordt: er wordt net iets meer in gesuggereerd dan de letterlijke betekenis. Op het eerste gezicht kan de boutade daardoor een wat verhullend karakter aannemen, maar juist daardoor wordt de eigenlijke betekenis, als die eenmaal door de luisteraar of lezer is ontwaard, des te scherper geprofileerd. Dit geeft de boutade soms een bijna paradoxaal karakter. (wikiwoordenboek)

    Komaan zeg, wij geloven niet meer in sprookjes. De boutade is dat politiek slecht toneel met schitterende acteurs.. kom nou! (newsmonkey.be)

    Mijn weerberichten kloppen altijd, alleen het weer houdt er zich niet aan. (Armand Pien)

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door LeGrognard en laatst gewijzigd door fansy (07 Aug 2021 09:08)

    πŸ‘
    250

    #17191

    optrekken
    (ww. trok op, opgetrokken)

    verhogen (van bedrag of prijs)

    Schrijver Jeroen Brouwers reageert helemaal niet opgetogen na het bericht dat het prijzengeld van de Prijs der Nederlandse Letteren vanaf 2009 wordt opgetrokken van 16.000 naar 40.000 euro. (De papieren man)

    U heeft uw vakantie een hele tijd geleden geboekt. Maar nu rekent uw touroperator plots een brandstoftoeslag aan (aanrekenen). Wanneer mag uw reisbureau de prijs optrekken? (De Tijd)

    0 reactie(s)
    Toegevoegd door LeGrognard (05 Aug 2021 13:47)

    πŸ‘
    284

    #17192

    sparrijder
    (de ~ (m.), ~s)

    bijnaam voor de inwoners van Nijlen

    In vroegere tijden was er in Nijlen een roversbende genesteld, een afdeling van de beruchte bokkenrijders (Bokkeriejers). Ze randden dagelijks reizigers aan met ongeziene methoden; ze bonden de voeten bijeen en hingen hen omgekeerd met het hoofd naar beneden aan een dennenspar. Het geld dat ze bijhadden rolden uit hun zakken en zo hadden de rovers het maar voor het rapen. Op deze manier konden de rovers beweren dat ze niemand iets ontnomen hadden. Ze hadden het geld enkel gevonden en opgeraapt. Vandaar kregen de Nijlenaars de bijnaam ‘de Sparrijders’.
    Minder bekend is dat ze ook Royeurs worden genoemd. (toeristische info Nijlen)

    Tot mijn 7 jaar heb ik in Nijlen gewoond en was dus ooit een Sparrijder of Royeur geweest.

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door LeGrognard (06 Aug 2021 01:01)

    πŸ‘
    225

    #17193

    beroepsdopper
    (de ~ (m.), ~s)

    iemand die al jaren werkloos is en die een werkloosheidsvergoeding ontvangt

    zie verwante woorden bij: dop

    De Leo heeft 25 jaar aan den dop gestaan; als dat gene beroepsdopper is!

    Waarom krijgt een beroepsdopper op 65 bijna evenveel pensioen als iemand die zijn hele leven in een fabriek heeft gewerkt voor een klein loon? (live.standaard.be)

    Hij is geen professor, is buitengesjot uit de universiteit en is sindsdien een beroepsdopper. (forum.politics.be)

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (18 Jul 2021 20:03)

    πŸ‘
    292

    #17194

    dopgeld
    (het ~, ~en)

    werkloosheidsuitkering, stempelgeld

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: dopgeld, (geld van de) werkloosheidsuitkeering.
    “HΓͺ-je al uw dopgeld gekregen?” Biekorf (1933).

    Van Dale 2016 online: BE
    DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)

    zie ook: doppen

    Het dopgeld komt in het begin van de maand, enkele dagen nadat de dopkaart binnengebracht is.

    bloemlezing De Standaard:
    Valerie P. trok als werkloze dopgeld, terwijl Marcel K. met zijn diamantfirma’s officieel nauwelijks iets verdiende. (standaard.be)
    En die extra arbeidstijd zal dan ook niet meetellen voor de berekening van sociale uitkeringen, van dopgeld, over ziektegeld tot het pensioen. (standaard.be)
    De connotaties zijn meegenomen dat luiheid niet langer loont en dat de maatschappij tenminste iets in ruil krijgt voor het dopgeld, terwijl de … (standaard.be)

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (10 Aug 2021 08:26)

    πŸ‘
    273

    #17195

    stralenkrans, met een ~ van
    (uitdrukking)

    NL/SN: met een aureool van

    Waarna de gastheer zich bescheiden terugtrok in de richting van de vele cameraploegen en Geert Bourgeois met een stralenkrans van degelijkheid naar voren trad. (Louis van Dievel)

    0 reactie(s)
    Toegevoegd door LeGrognard (28 Jul 2021 15:49)

    πŸ‘
    270

    #17196

    doplokaal
    (zn. het ~ o ~en)

    ruimte waar je een stempel voor je werkeloosheidsuitkering kunt bekomen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: herkomst zie doppen
    lokaal waar men zijn arbeids- of stempelkaart kan laten afteekenen of afstempelen.

    zie ook: dop, aan den ~ zijn, dopper, dopgeld, dopkaart, beroepsdopper

    Ikzelve zag eruit als de eeuwige student, die nooit zijn diploma haalt maar zich wel ieder jaar opnieuw inschrijft in een alweer andere studierichting die linea recta naar het doplokaal leidt en de hardwerkende Vlaming op kosten jaagt. (Louis van Dievel)

    ‘On de deure van ’n doplokaal, in ’n lange rij, sto ne joenge gast, te wachte tottem zijne stempel krij’… (De Strangers, den dopper)

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door LeGrognard en laatst gewijzigd door de Bon (29 Jul 2021 15:18)

    πŸ‘
    259

    #17197

    deerke
    (zn. het ~ o ~s)

    diertje

    Ozzeleveheersbeeskes zind sjattig kleen deerkes.
    Onzelieveheersbeestjes zijn schattige kleine diertjes.

    0 reactie(s)
    Toegevoegd door LeGrognard (09 Aug 2021 04:38)

    πŸ‘
    269

    #17198

    sprokkels, in ~ vaneen vallen
    (uitdr.)

    in kleine deeltjes vallen

    zie ook frennen, in ~ vaneen

    SN: in brokken uit elkaar vallen

    Van Dale 2014 online: gewestelijk

    Die kast die is zo oud dat die in sprokkels vaneen valt als ge ze uiteen haalt.

    Dien boomstam is zo rot dat die in sprokkels vaneen valt als ge hem wilt verleggen.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door fansy (24 Jul 2021 16:09)

    πŸ‘
    184

    #17199

    achterwinter
    (de ~ (m.), ~s)

    het einde van de winter

    Vroegmiddelnederlands Woordenboek:
    Oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
    Het laatste gedeelte, het einde van de winter.
    Fatator (…) es .i. uogel (…) die hastech seere es om sijn broeden ende ne can hem seluen niet uoerhoeden hine leit sine heier so (hier ontbreekt vroe) int iaer datsem dachterwinter swaer alle dicken ueruriesen doet Nat.Bl.D West-Vlaanderen, (1287)

    Februari, begin maart is de achterwinter.

    In de achterwinter kan men het veld al bewerken en ook al de eerste dode takken van bepaalde planten en struiken verwijderen.

    Ik ben geboren in de achterwinter, op ‘Rosen Montag’, maandag na carnaval.

    Carnaval viert men in de achterwinter.

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door de Bon (05 Aug 2021 19:50)

    πŸ‘
    293

    #17200

    da is, jom
    (uitdr.)

    ’t is: het is, het is zo, het is waar

    zie ook is’t?, tis!, daddis, jom

    zie dat is. Da is, jom!

    0 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door fansy en laatst gewijzigd door fansy (03 Aug 2021 18:22)

    πŸ‘
    299

    Meer ...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.