Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Ik denk niet (lees: ben vrijwel zeker van niet) dat er echt een woord ‘at’ bestaat, wel bestaan ‘as’ en de nog kortere versie ‘a’. Er zijn drie soorten voorbeeldzinnen:
1: At + d…
2: At (a + ’t)
3: At + hem
Nummer 1 is ‘a’ met stemverlies voor de volgende lettergreep, niks bijzonder(s). Ge zegt bijvoorbeeld ook “achewilt” en niet “agewilt” (“als ge wilt”). “Assewilt” kan zowel “as ze” als “a ze” zijn.
Nummer 2 is een eenvoudige samentrekking van “a” en “’t”. Ge zegt ook “dat zo zit” (“dat ’t zo zit”)
Nummer 3 is het specialleken, en hier is het hem allemaal om te doen:
De ‘t’ hoort niet bij ‘at’, maar bij ‘em’.
Het West-Vlaams verheldert: ge zegt niet alleen “a t’n hem” (ongestandaardiseerde spelling), maar ook “is t’n hem”, en die ‘t’ in “is t’n hem” hoort absoluut, zonder enige twijfel, niet bij ‘is’ (bij mijn weten ook de enige uitzondering op de “3e enkelvoud eindigt in West- en Oost-Vlaanderen altijd op ‘t’”-regel).
Aangezien de West-Vlaamse ‘gereduceerde’ vorm van het persoonlijk voornaamwoord voor de derde persoon enkelvoud mannelijk niet anders is dan een verdubbelde Brabantse vorm, bevestigt deze het Brabantse gebruik. Overigens biedt ook de Oost-Vlaamse versie van die vorm, ondanks het feit dat hij totaal verschillend is, bevestiging voor mijn stelling, maar daar kom ik ooit nog wel eens op terug – eerst moet ik nog uitpluizen hoe dat hij juist werkt, want hij wordt niet op dezelfde manier gebruikt als zijn West-Vlaamse en Brabantse broertjes. Meer nog, zelfs de Hollandse ‘ie’ biedt bevestiging, maar dat is eveneens voor een andere keer.
→ en nu de klap op de vuurpijl: ge hebt in het Brabants dus twee gereduceerde vormen van het persoonlijk voornaamwoord voor de derde persoon enkelvoud mannelijk: ‘em’ en ‘tem’! Ge moet niet lang puzzelen voor te zien dat die in se identiek zijn aan de West-Vlaamse ‘hem’ en ’t’n’.
Verbaast mij dat Rodomontade, iemand van ten westen van de Schelde, dat heeft toegevoegd, zie ook de opmerkingen van Silverionmox en bibi bij af en die van hamamelis hierboven.
‘Toetenoasteki’ is ook vrij legendarisch geworden door – hoe kan het ook anders – Alles Kan Beter, in Rute 98:
https://www.youtube.com/watch?v=MS-n604PhMw
Spelling aangepast en de voorbeeldzin hersteld. Alle ij’s klinken als korte /i/’s in ’t West-Vlaams omdat de diftongering nooit is opgetreden, geen reden om daarvoor anders te spellen.
De beslissing welk van de twee uitspraken ‘correct’ is is dus in feite geheel arbitrair geweest: geen van beide vormen weerspiegelt nog hoe dat ‘toen te der tijd’ toendertijd werd uitgesproken, want daarin komen zowel een t als een d voor.
Volgens de huidige zoekresultaten komt het aanzienlijk meer voor in NL (ongeveer 9x het aantal resultaten van BE), en idem voor ‘toentertijd’ (2x het aantal zoekresultaten in BE vergeleken met ‘toendertijd’, maar 18x zoveel resultaten in NL, dus finaal geen verschil), dus stel ik het in op SN. In feite zegt het feit dat ‘toentertijd’ algemeen beschouwd slechts dubbel zoveel voorkomt als ‘toendertijd’, dat ‘toendertijd’ eigenlijk al altijd de ‘correcte(re)’ vorm is geweest: ondanks de jarenlange taaladviezen schrijft een derde (!) van alle taalgebruikers de ‘verkeerde’ vorm – dat aandeel moet dus nog significant groter zijn in de spreektaal, waarin zelfcensuur minder snel optreedt.
(‘Toentertijd’ krijg ik, ter volledigheid, niet over mijn lippen. Fonetisch heeft het te veel weg van een Hottentottententententoonstelling.)
Ja, zou kunnen. Er zijn heel wat nuances:
Ik lig in mijn bed: Dan veronderstel ik dat ge onder de lakens ligt.
Ik lig op mijn bed: Dan ligt ge op uw rug op de lakens.
Ik zit in mijn zetel: Gewoon zitten.
Ik zit op mijn zetel: Dan zit ge op de rugleuning waarschijnlijk.
Ik lig in mijn zetel: Ofwel zit ge languit in de zetel ofwel ligt ge er echt in.
Ik lig op mijn zetel: Dan ligt ge languit in de zetel.
Ik lig op de grond: Dan ligt ge languit op de grond.
Ik lig tegen de grond: Dan zijt ge gevallen.
Ik lig onder de grond: Dan zijt ge dood ;)
Ik zit op mijn stoel: Dan zit ge waarschijnlijk op een gewone stoel.
Ik zit in mijn stoel: Dan zit ge in een comfortabele stoel, met armleuningen en een zitkuip bijvoorbeeld.
Ik val van mijn stoel: Dan zijt ge verschoten ;)
Ik denk niet dat het voorzetselgebruik aan zitten/liggen gekoppeld is, of in alle geval toch niet volledig: “ik lig op de grond” en “ik zit in den otto” lijken mij alle twee correct, en zelfs niet mogelijk met het andere voorzetsel (zonder de betekenis te verdraaien).
Misschien heeft het iets met comfort of toch iets van geborgenheid te maken: zetels en bedden zijn comfortabel, auto’s ook (in de zin dat ge nen otto maar met e paar andere mensen – die ge normaal gezien al kent – deelt), dus gaat ge u in die dingen zetten; openbare voertuigen/ruimtes zijn daarentegen niet comfortabel, dus blijft ge op een zekere afstand.
Hoe meer dat ik dat hier bepeis, hoe meer steek dat het lijkt te houden.
Klopt, ik heb het aangevuld.
Gaan winnen op Anderlecht of gaan winnen bij Anderlecht of gaan winnen van Anderlecht of gaan winnen tegen Anderlecht, ik wil de supporters niet tegen het hoofd stoten, maar sinds Coucke daar de plak zwaait kan het allemaal ;)
Relatief ongeveer 2x zo veel zoekresultaten uit NL als BE, dus heb ik het maar ingesteld op SN.
Denk ook eerder beperkt tot het Brabants. Ik denk niet dat ik het ooit al had gehoord voordat ik contact legde met de beschavingen van de oosteroever, maar ik weet het niet geheel zeker.
Moet er ipv “bij (sport)” niet iets gelijk “tegen/van (bij sport)” staan? Of is “winnen bij Anderlecht” hoe dat het in het ABN moet?
Verrijden
Verrijden betekenis & definitie:
Een beker of een kampioenschap verrijden: rijden om. Een wedstrijd verrijden is onmogelijk, toch is dit foutieve Nederlands stevig ingeburgerd in de sport taal.
Ook in Oost- en West-Vlaanderen. In West-Vlaanderen is er geen negatieve bijklank mee gemoeid (zie ook de link hieronder). Ik neem aan dat het op GV mag staan?
https://vls.wikipedia.org/w/index.php?sort=relevance&search=zoakns&title=Specioal:Zoeken&profile=advanced&fulltext=1&advancedSearch-current=%7B%7D&ns0=1
Speciaal, nog nooit gehoord! Ik neem aan dat die ‘el’ nu nog algemeen doorleeft in woorden gelijk ‘elders’.
Op die plek, vooraan in de zin, lijkt de betekenis mij wel ‘in het kort’, maar ik had er eerlijk gezegd nog nooit niet aan gedacht van dat op die manier te gebruiken. Voor mij is ‘tout court’ iets dat ge helemaal vanachter in een (bij)zin steekt als beklemtoning, inderdaad met een betekenis ‘in het algemeen’.
Terzijde: ‘plek’ in de betekenis van ‘plaats, ruimte’ lijkt mij ook meer in VL dan in NL in gebruik, maar gezien de verschillende betekenissen niet echt gemakkelijk te bevestigen adhv zoekresultaten.
Op 3 april was ik nog pessimistisch over plestik, maar vandaag hoorde ik Wim Devilder – die dikwijls nogal op de Hollandse letter spreekt – op ’t vrt-nieuws over een plasticvanger op de Schelde spreken en het was niet plestik, wel een naar het Engels neigende plastic. Natuurlijk leggen ze nog altijd de klemtoon op de eerste lettergreep, maar ja, dat is nog een ander verhaal. Nu heb ik echt wel de indruk dat er een nieuwe uitspraakwind door het journalistenlandschap waait.
Ah tiens, goed opgemerkt, ik had het betekenisverschil nog niet gezien.
Die betekenis van het stillekes afbollen, ken ik ook niet, Georges.
Die Antwerpse betekenis van het WNT ken ik niet. Bon, gij?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.