Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van nthn

    mislezen

    Dat van de pastoor was maar e mopke, ze. Maar om het principe toch nog te verduidelijken: als de klemtoon in een voorzetselwerkwoord op het voorzetsel ligt, dan wordt dat voorzetsel praktisch losstaand gebruikt, waardoor alle werkwoordsvormen gevormd worden alsof het gewoon om het oorspronkelijk werkwoord ging¹. Als de klemtoon niet op het voorzetsel ligt, dan is dat voorzetsel integraal deel van het werkwoord en beïnvloedt het alle werkwoordsvormen. Als er van een voorzetselwerkwoord twee vormen met een andere klemtoon bestaan, betekenen die ook iets anders. Er bestaan niet noodzakelijk altijd twee vormen, maar bij de werkwoorden die maar één vorm hebben kunt ge u wel de andere vorm voorstellen en zelfs onmiddellijk inschatten dat die een iets andere betekenis zou hebben.

    óverschrijven (bv. geld overschrijven, of een notitie overschrijven)
    schrijf óver – schreef óver – óvergeschreven

    overschríjven (bv. een nieuwe tekst schrijven waar al een andere tekst stond)
    overschríjf – overschrééf – overschréven

    Ge leest allicht liever dat alle belangrijke gegevens op uw computer succesvol zijn óvergeschreven (naar een nieuwe schijf), dan dat ze allemaal succesvol zijn overschréven.

    dóórprikken (bv. aan een stuk door prikken, continu prikken)
    prik dóór – prikte dóór – dóórgeprikt

    doorpríkken (bv. een gatje in iets prikken)
    doorprík – doorpríkte – doorpríkt

    Het verschil in betekenis is soms klein, zoals bij (alle) mis-werkwoorden:

    míslezen (iets niet op de correcte manier lezen)
    lees mis – las mís – mísgelezen

    mislézen (zich vergissen bij het lezen, de boodschap verkeerd interpreteren)
    misléés – mislás – mislézen

    mísdoen (iets niet op de correcte manier doen)
    doe mís – deed mís – mísgedaan

    misdóén (iets onwenselijk doen)
    misdóé – misdééd – misdáán

    míspeuteren (niet op de correcte manier peuteren)
    peuter mís – peuterde mís – mísgepeuterd

    mispéúteren (kattekwaad uithalen)
    mispéúter – mispéúterde – mispéúterd

    Enzovoort enzoverder. Het is een verschil dat het Hollands amper of niet kent.

    ¹ De reden dat er geen spatie staat in de infinitief en het VD is eigenlijk gewoon omdat een taalpaus dat ooit beslist heeft, samen met andere zottigheden als ‘pianóspələn’ en ‘gitáárspələn’.

    Toegevoegd door nthn op 16 Dec 2023 00:33

    mislezen

    Ik geloof dat het gebruikt is, maar dat is echt hypercorrectie en/of gewoon niet juist. ‘Mis’-werkwoorden behouden in het Vlaams de oorspronkelijke klemtoon van het werkwoord zonder ‘mis’ (zoals ook veel ‘door’-ww., bv. doorprikken). ‘Misgelezen’ is wat de pastoor gedaan heeft op het eind van de dag.

    mislezen – mislees – mislas – mislezen
    mislezen – lees mis – las mismisgelezen

    Toegevoegd door nthn op 15 Dec 2023 18:18

    gaande, een ~ man

    Merci voor al die nieuwe lemma’s voor de immer onderbelichte dialectprovincie, guidoliessens. Veel dingen die ik ken en veel dingen die ik voor de eerste keer hoor.

    Toegevoegd door nthn op 08 Dec 2023 01:18

    duurtijd

    Ah, maar ik had het niet op je/jouw vs u/uw (een onderscheid dat in het Vlaams niet bestaat en nooit bestaan heeft), maar op het verkeerd toepassen van de beklemtoonde vormen ‘jij’, ‘jou’, ‘jouw’ waar het gewoon je zou moeten zijn. Als die mensen Vlaams spreken, zeggen ze gewoon ‘ge’, maar van zodra dat ze Nederlands proberen/menen te spreken, maken ze daar allemaal ineens ‘jij’ van, in plaats van ‘je’. Het lijkt vooral (maar niet uitsluitend) een West-Vlaams fenomeen, en ik weet niet echt waarom. Misschien hypercorrectie, omdat hun ‘ge’ sowieso al als ‘je’ uitgesproken wordt (‘gij’ blijft wel ‘gij’), en ze daardoor verkeerdelijk de beklemtoonde vorm gebruiken om een zo groot mogelijk contrast met hun eigen taal te creëren?

    Bijvoorbeeld:
    Ge moet hier uwe naam schrijven.
    wordt
    JIJ moet hier JOUW naam schrijven.
    i.p.v.
    Je moet hier je naam schrijven.

    Iedere keer dat ik van die zinnen met verkeerde ‘jij’, ‘jou’ of ’jouw’s lees, denk ik “ah ja, vaneigens, wie anders?” In de voorbeeldzin bijvoorbeeld “jouw wensen”. JOUW wensen! Ja, allez, van wie anders?

    Toegevoegd door nthn op 23 Nov 2023 23:24

    duurtijd

    Maar als ge een fout tegen het ABN in de eerste voorbeeldzin wilt: ‘jouw’ moet natuurlijk gewoon ‘je’ zijn.

    Toegevoegd door nthn op 22 Nov 2023 00:26

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.