Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kleine oplaadbare stofzuiger
kruimeldief is SN. In Nederland wordt ook kruimelzuiger gebezigd, maar dat laatste is in Vlaanderen niet courant.
Mama moest de kruimeldief weer bovenhalen toen Jantje in de zetel koekjes gegeten had.
in plakken gesneden gehaktbal afwisselend met ajuin op een stokje
in Ned. berenhap
Voor mij frieten en nen berenpoot met looksaus … euh, doet er nog maar ne kouwe cervela bij aub.
troetelwoord voor een schattig persoon of dier
Doddy, zo’ne brave doezeman, had ocharme kanker aan zijn oren en is gisteren ingeslapen.
Vic van 3 maanden is een klein schattig doezemanneke; dat weent niet of niets, dat is altijd content.
- komen vleien na een ruzie om het weer goed te maken
- vleien om iets te bekomen
- Hij is rap kwaad maar komt ook rap weer toef steken, en ja…
- Jantje kreeg geen nieuwe bal en stak een beetje toef bij oma die zich liet vertederen en hem wat geld toestak.
vier= vuur
1. vierwerk = vuurwerk
2. steek het vier maar an dwz: steek de kachel/haard maar aan
3. met ’t vier in zijn gat is hij vertrokken dwz: met veel
enthousiasme, veel haast is hij weg.
4. het vier= kookfornuis.
vroeger ook in Antwerpen
1. Het vierwerk was adembenemend mooi op oudjaar.
2. Mijn echtgenoot stak gisteren het vier an, het was gezellig bij de houtstove.
3. Mijn zonen gingen oudjaar vieren in Gent, ze vertrokken met ’t vier in hun gat.
4. Mijn moeder liet het vier aanstaan, alles is aangebrand.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.