Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
liefje, geliefde
/beeze/
Nonkel Filip had zondag zijn beze mee.
het geleiachtig vast bestanddeel (aspic) dat tussen de stukken vlees zit van bijvoorbeeld: hennepot, hoofdvlees.
zie ook klidder
WNT:
in België zijn ook in gebruik bever en beverik, in den zin van ”zenuwschudding”, van koorts, en bij overdracht van gelatine(zie b.v. De Bo (1873 )).
De bever van zelfgemaakt hoofdvlees vind ik lekker en veel beter van smaak dan deze van bij de beenhouwer.
rilling van koorts
zie ook daver
ook in de uitdr. de bever op zijn lijf hebben of krijgen
WNT:
in België zijn ook in gebruik bever en beverik, in den zin van ”zenuwschudding”, van koorts, en bij overdracht van gelatine (De Bo (1873)).
Vorige zondag kreeg ik weer een bever. Mijn temperatuur was op 30 min. van 36.4°C naar 39°C geklommen.
Ik had de bever op mijn heel lijf en spierpijnen achteraf.
kleren
in Herenthout, Herentals, Lier, Nijlen,…
zie ook: dinge
VD: dingen, het; g.mv.
(gewestelijk) goed, m.n. wasgoed
Gaat rap e dingen aandoen (kleed u snel aan).
een pettejoenk, een meisje dat kwaad is zonder echte reden
Seg kwaai beus, ge krijgt dat nu ni, ge zult moeten wachten tot met Kerstmis.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.