Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
spilziek, koopziek persoon
we spreken het uit als: ’t geld jukt in eur/zèn tès
Ze heeft een mooie som geld geërfd, maar haar kennende zal dat er rap doorgejaagd zijn, ’t geld jukt in eur tès.
deugd doen, een opluchting zijn;
gemakkelijk zijn
tegenovergestelde van varen
Mijn schoenen nijpen. Dat zal handen als ik die thuis kan uitdoen.
Pauline hare zoon van dertig jaar gaat binnenkort op zijn eigen wonen: dat zal tegelijk varen en handen.
In ’t schoon Vlaams noemen ze die boom een lijsterbes. In ’t Duits zeggen ze ook ‘eine Eberesche’.
WNT: Haveresch
Een naam voor de lijsterbes of kwalsterboom, Sorbus aucuparia (zie b.v. Dodon. (ed. 1608).
Het tweede lid is misschien de boomnaam esch (wegens overeenkomst in den vorm der bladeren?).
Het eerste heeft stellig wel met haver niets te maken.
- Hauer-essche. Fraxinus bibula, sorbus siluestris, Kiliaan (1599).
- Haveressche, kwalsterboom, De Bo (1892).
Een haveres krijgt in ’t najaar van die rode bollekes.
een billeke= een partje van een sinaasappel, mandarijn, pompelmoes.
Je ziet duidelijk bij het pellen de partjes fruit.
in Antwerpen beentje
Ik heb zojuist een viertal mandarijntjes gepeld en in billeke’s getrokken. Klaar om in de fruitsla te verwerken.
tijdelijke fysieke inzinking door een tekort aan suikers
“Bij trainingen tot 2 uur kan je overleven zonder eten, langer krijg je zeker een suikerklop. Eet ten laatste een grote maaltijd anderhalf uur voor de training.” (beginnerstips voor wielertoeristen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.