Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
regio Boom
veel te doen hebben
mak na gaon vetdoen – kem nog iejl wa oep mn talloor ligge, n de kabaaters gent ni kôme doen!
zich goed, fatsoenlijk, net gedragen, braaf zijn
ook zich gevoegen, zich vuugen, zich /veu g.en/
Van Dale 2005:
(wederk.)
(Belgisch-Nederlands, spreektaal) zich (passend) gedragen
Voegt u! En doet die sjiek uit uwe mond!
Ruben, ge moet u vuugen eh, als ge bij moemoe moogt gaan logeren.
zijn eigen gedragen;
zie ook vugen
Ik zal mijn eigen vugen, dat gij niet in affronten gaat vallen (affronten, in ~ vallen).
Vuugt u eigen!
Appel + perenstroop, Luikse siroop
vgl. poepsiroop, proes, poepjelei
Mijn moeder eet elke morgen poepgelei op haar boterham.
het beddengoed van het bed halen
antoniem: opdekken
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Ik ga het bed nog aftrekken dan kan ik de was insteken (waske, een ~ insteken).
Het bed afgetrokken en het beddegoed in de wasmachine gestopt: Florke deed dat allemaal!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.