Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    foertisme
    (zn. o. meerv. niet gebruikelijk)

    gedrag waarbij men zich weinig aantrekt van anderen of hun mening, van de geldende regels enz. Foertisme is meestal pejoratief, maar kan ook positief zijn.

    < foert + isme

    “We gaan een versnelling hoger schakelen om het foertisme van de mensen aan te pakken. We verklaren de oorlog aan de sluikstorters”, reageert burgemeester Eddy Bevers. (gva.be 20/01/2016)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Feb 2016 17:28
    0 reactie(s)

    tijd, geen ~ hebben
    (uitdr.)

    geen geld hebben. Bij de uitdrukking hoort een knipoog of een vingergebaar.
    ook: geen tijd hebben

    We willen wel op wintersport maar voor het ogenblik hebben we geen tijd…

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 06 Feb 2016 00:05
    0 reactie(s)

    geen tijd hebben
    (uitdrukking)

    geen geld hebben (sarcastisch)
    (gaat dikwijls vergezeld van het gebaar waarbij de wijsvinger en de duim over elkaar worden gewreven);
    idem: tijd, geen ~ hebben

    Ja, ik zou wel op vakantie willen gaan, maar ik heb genen tijd he! Mijn dochter gaat van de maand trouwen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Feb 2016 00:04
    0 reactie(s)

    lodderke, een ~ aan zijn tong hebben
    (uitdrukking)

    slissen
    zie ook lodder, voddeke aan de tong

    De Ronnie sliste en de andere jongens lachten hem uit en riepen: “Sj, sj, sj! Hij heeft een lodderke aan zijn tong!”

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 05 Feb 2016 14:37
    0 reactie(s)

    talloor
    (de ~ (v.), -en)

    bord, ook telloor, teljoor, taljoor
    soorten: diepe (soep-) en platte talloren

    < Frans: tailloir = hakbord

    WNT:
    gewestelijk ook m. en vr., mv. teljoren. Daarnaast taljoor (in meer fransche spelling tailloor enz.); telloor, talloor, in een groot deel van Brab. en in het Land van Waas; talloore (vr.), in ’t Z.-O. van Vlaand.; teljer, bij schuerm. (1865-1870). In ’t Westvl. is een vr. taljoore, teljoore.
    Bord, schotel, waarop vleesch wordt voorgesneden (in dezen zin lang verouderd); vervolgens, en dit is reeds in ’t Mnl. de gewone bet.: tafelbord, etensbord, bord.

    Ik heb alles op mijn talloor opgegeten.

    Hij heeft zijn talloor opgeten. (alles behalve het bord dus)

    Neem eens een talloor uit de kast! We gaan eten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Feb 2016 00:50
    6 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.