Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
tuin
etymologie, Van Dale: (951-1000 ‘tuin’) kruising van Mnl. gaerde (tuin) en gaert (ingesloten ruimte), ~ Eng. yard, ~ Lat. hortus (tuin), Russ. gorod (stad) en gord
Veer hubbe moos van os eige in de gaard.
We hebben zelf groenten in de tuin.
uitwedstrijd
(voorbeeld van een Vlaams woord dat in Nederland niet snel begrepen zou worden)
< Frans: match aller
“Heenwedstrijd is correct.
De Belgische term is intussen ook in Nederland bekend voor de eerste van twee wedstrijden (uit en thuis) die twee ploegen tegen elkaar spelen.” vrttaal.net
De burgemeester wijst er ook op dat een paar weken geleden de heenwedstrijd Algerije-Marokko is gespeeld en dat na die wedstrijd alles rustig is gebleven. (VRT journaal)
dinsdag
zie ook: dijstendag
Volgende week deistag heb ik congé.(verlof)
Met LAKRITZ (een soort drop gemaakt uit zoethout) werd het in een flesje met water gedaan: duim erop, en dan maar schudden! Er kwam dan een laag schuim op de zwarte drab en we verbeeldden ons dat het Coca Cola (behoorlijk onbereikbaar in de jaren ’50 ’60) was.
Sjuumpke trikke, en mer loetsje aan dat flesjke!
bij iets zijn eetlust verliezen doordat men zich ergert of gedegouteerd geraakt
Mannen toch, als ik dat brutaal arrogant wijf bezig zie op de televisie heb ik gegeten en gedronken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.