Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    pin
    (een ~ (v.), -nen)

    gierige vrouw

    een gierige pin was diegene die met Nieuwjaar de deur niet wilde opendoen, als de kinderen kwamen zingen voor snoep of een centje.

    Hageland: pinhond

    zie ook: kneut, pinneteef, pinnekendun, pinnen

    “Oud joar, nievejor, gierige pin in huis”, werd er gezongen, als de deur niet openging, als de rakkers nieuwjaar gingen zingen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Aug 2018 21:10
    6 reactie(s)

    gierige pin
    (uitdr.)

    benoeming voor een gierige vrouw

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Zuid-Nederland

    Volgens Van Dale is een pin een gierige vrouw, dan is een gierige pin een pleonastisch pleonasme waarschijnlijk
    Van Dale: pin
    11. gie­rig mens

    vgl. pin, pinnen

    Hoog huis, laag huis, er zit een gierige pin in huis!

    Wat een gierige pin is dat! Nog geen 10 cent willen geven voor een tas koffie.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Aug 2018 21:06
    1 reactie(s)

    stoofhout
    (het ~, geen mv.)

    brandhout, kachelhout

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Stoofhout, kachelhout (Tuerlinckx; Joos (1900-1904); Cornelissen-Vervliet). In Zuid-Nederland.

    Mijne nonkel verwarmt zijn huis met stoofhout!

    “Gratis af te halen stoofhout is voornamelijk blokjes en latjes van gezaagde paletten” (advertentie https://www.2dehands.be/)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Aug 2018 20:58
    4 reactie(s)

    voois
    (de ~ (v.), -zen)

    melodie

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: VOOIS
    Middelnederlandss vois. Uit Oudfrans voiz.
    Het woord is in de alg. taal sinds de 18de eeuw verouderd, maar in Vl.-België nog bekend.

    vergelijk meevooizen

    ’k Zit al den hiele morgend mè dà voeizeke in mànne kop. (Ik zit al de hele morgen met dat vooizeke in mijn kop).

    De laatste stroof van Boerke Naas (G.Gezelle):
    Hier stoppe ik. Dichte een ander nu
    een voois op boerke Naas;
    ’t Is waar, ’t en was geen leeuwenhert,
    maar toch, ’t en was niet dwaas!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Aug 2018 20:56
    9 reactie(s)

    voois
    (de ~ (v.), -zen)

    melodie

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: VOOIS
    Middelnederlandss vois. Uit Oudfrans voiz.
    Het woord is in de alg. taal sinds de 18de eeuw verouderd, maar in Vl.-België nog bekend.

    vgl. meevooizen

    ’k Zit al den hiele morgend mè dà voeizeke in mànne kop. (Ik zit al de hele morgen met dat vooizeke in mijn kop).

    De laatste stroof van Boerke Naas (G.Gezelle):
    Hier stoppe ik. Dichte een ander nu
    een voois op boerke Naas;
    ’t Is waar, ’t en was geen leeuwenhert,
    maar toch, ’t en was niet dwaas!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Aug 2018 20:53
    9 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.