Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Excuseer, neem mij niet kwalijk, excuseert u mij
Van Dale: (verouderd) verontschuldiging
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Als beleefdheidsformule: pardon, sorry, neem me niet kwalijk.
“Gij hebt de begrafenis … niet bijgewoond”, sprak … B. … “Gij haddet ook beter gedaan thans onze droefheid niet te komen storen …”. “Verschooning”, ging hij voort, daar V. hem reeds onderbrak, “gelief te bedenken, dat enz.”, Segers Lief en Leed (1903).
O, ben ik tegen u gebotst? Verschoning!
er heel ziek uitzien, waarschijnlijk niet lang meer te leven hebben
Woordenboek der Nederlandsche Taal: De schop op den rug hebben, niet lang meer te leven hebben. In zuidelijke dialecten.
“Van heinde en ver komen hulpeloozen aangesneld, die, volgens hunne dokters, de schup op den rug hebben. R. geneest de ongeneesbaren,” Segers (1913)
Hedde gij de Paul nog gezien in ’t kort? Die mens loopt met de schup op zijne rug.
helemaal doof
Van Dale 2015 online: BE
NL: stokdoof
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Potdoof, zeer doof, naar men wil, omdat een pot ooren heeft en niet kan hooren. Het is echter zeer wel mogelijk dat de samenstelling toch naar analogie is ontstaan (b.v. van potdicht), doordat het eerste lid alleen nog de beteekenis van een versterking had behouden.
Ik ben er nu echt van overtuigd dat hij niets meer hoort, hij is potdoof.
demorgen.be: De regering zal potdoof blijven voor dit signaal, omdat ze gevangen zit in haar grote ideologische gelijk
Honing op iets smeren
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
In den eigenlijke zin alleen aangetroffen in de woordenboeken, verder uitsluitend figuurlijk.
Verouderd, maar gewestelijk in Vlaanderen-België nog bewaard.
→ zeemen, zeem, zeemzoet, zeemtette, zeem aan zijn baard strijken
Iemand zijn baard zemen, daar is hij altijd goed in geweest.
in de circulatie zijn, erbij horen, actief zijn
ook ‘in de wiggel zijn’
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Wiggeling:
Eigenlijk: Heen en weer gaande, schommelende beweging.
Figuurlijk: Weifeling, aarzeling. Buiten de litt. aanh. alleen nog gewest. in Vl.-België.
zie ook wiggel, in de ~ houden, wiggel, iem. aan de ~ houden, wiggelen, wiggel, in de ~ houden
“Bij deze laat ik u weten dat ze regelmatig jullie schrijfsels zal lezen, maar zelf voor onbepaalde tijd even uit de wiggeling is. Ik hou jullie op de …” (blog.seniorennet.be 29 mei 2007)
“Maar toch…ik moet minstens een boek of vier in de ‘wiggeling’ hebben of ik voel me niet gelukkig.” (blog.seniorennet.be 29 nov. 2006)
- H.:" Drie, vier dagen afwas steek ik in de vaatwasser."
- J.:" Ik heb ook veel gerief, maar het is niet in de wiggel."
Ons vader was toen nog in de wiggeling, later heeft hij het daar nooit meer over gehad.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.