Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    verslikken
    (zw.ww., verslikte, verslikt en st.ww., versloekte, versloeken)

    Verkeerd slikken waardoor voedsel, drank of speeksel in het verkeerde keelgat terecht komt, zodat men moet hoesten, als gevolg van rap en raweuns eten of drinken, of door te lachen. Soms ook: zich pijn en een benauwd gevoel bezorgen door iets in te slikken dat in de keel blijft steken. Dikwijls met een bep. met aan of in.

    zie ook verslikken, zijn eigen ~, sloeken, geslokken, versjloeke

    WNT: bedr., wederk. en onz. zw. (in Antw. ook st.) ww. Van slikken met ver-.
    ?b. Onz. Na de 17de e. alleen nog in Vlaams-België aangetroffen.
    ’Tbedrogh is in het aes daer ’tVisken aen verslickt, huygens, Ged. (1657).
    Hij verslikte aan een beetje brood, De Bo (1873).

    Hij verslikte aan de opgewondene haast waarin hij opliep en ze gingen beiden geweldig aan ’t hoesten, Stijn Streuvels, Dagen (1902)

    De jongens verslikten van ’t lachen, Stijn Streuvels, Lentelev. (1899).

    Ze versloekte in haar speeksel.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Sep 2018 18:58
    2 reactie(s)

    verslikken
    (zw.ww., verslikte, verslikt en st.ww., versloekte, versloeken)

    Verkeerd slikken waardoor voedsel, drank of speeksel in het verkeerde keelgat terecht komt, zodat men moet hoesten, als gevolg van rap en raweuns eten of drinken, of door te lachen. Soms ook: zich pijn en een benauwd gevoel bezorgen door iets in te slikken dat in de keel blijft steken. Dikwijls met een bep. met aan of in.

    zie ook verslikken, zijn eigen ~, sloeken, geslokken, versjloeke

    WNT: bedr., wederk. en onz. zw. (in Antw. ook st.) ww. Van slikken met ver-.
    ?b. Onz. Na de 17de e. alleen nog in Vlaams-België aangetroffen.
    ’Tbedrogh is in het aes daer ’tVisken aen verslickt, huygens, Ged. (1657).
    Hij verslikte aan een beetje brood, De Bo (1873).

    Hij verslikte aan de opgewondene haast waarin hij opliep en ze gingen beiden geweldig aan ’t hoesten, stijn streuvels, Dagen 16 (1902)

    De jongens verslikten van ’t lachen, stijn streuvels, Lentelev. (1899).

    Ze versloekte in haar speeksel.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Sep 2018 18:57
    2 reactie(s)

    verslikken
    (zw.ww., verslikte, verslikt en st.ww., versloekte, versloeken)

    Verkeerd slikken waardoor voedsel, drank of speeksel in het verkeerde keelgat terecht komt, zodat men moet hoesten, als gevolg van rap en raweuns eten of drinken, of door te lachen. Soms ook: zich pijn en een benauwd gevoel bezorgen door iets in te slikken dat in de keel blijft steken. Dikwijls met een bep. met aan of in.

    zie ook verslikken, zijn eigen ~, sloeken, geslokken, versjloeke

    WNT: bedr., wederk. en onz. zw. (in Antw. ook st.) ww. Van slikken met ver-.
    doorslikken. Reeds Middelnederlands.
    ?b. Onz. Na de 17de e. alleen nog in Vlaams-België aangetroffen.
    ’Tbedrogh is in het aes daer ’tVisken aen verslickt, huygens, Ged. (1657).
    Hij verslikte aan een beetje brood, De Bo (1873).

    Hij verslikte aan de opgewondene haast waarin hij opliep en ze gingen beiden geweldig aan ’t hoesten, stijn streuvels, Dagen 16 (1902)

    De jongens verslikten van ’t lachen, stijn streuvels, Lentelev. (1899).

    Ze versloekte in haar speeksel.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Sep 2018 18:54
    2 reactie(s)

    verslikken
    (zw.ww., verslikte, verslikt en st.ww., versloekte, versloeken)

    Verkeerd slikken waardoor voedsel, drank of speeksel in het verkeerde keelgat terecht komt, zodat men moet hoesten, als gevolg van rap en raweuns eten of drinken, of door te lachen. Soms ook: zich pijn en een benauwd gevoel bezorgen door iets in te slikken dat in de keel blijft steken. Dikwijls met een bep. met aan of in.

    zie ook verslikken, zijn eigen ~, sloeken, geslokken, versjloeke

    WNT: onz. zw.ww. (in Antw. ook st. ww). Van slikken met ver~.
    Onz. Na de 17de e. alleen nog in Vl.-België aangetroffen.
    - ’Ten is noch Hengel-roe, noch Visscher die ’tbeschickt, ’Tbedrogh is in het aes daer ’tVisken aen verslickt, huygens, Ged. 6, 162 (1657).
    - Hij verslikte aan een beetje brood, de bo (1873).

    Hij verslikte aan de opgewondene haast waarin hij opliep en ze gingen beiden geweldig aan ’t hoesten, stijn streuvels, Dagen 16 (1902)

    De jongens verslikten van ’t lachen, stijn streuvels, Lentelev. 89 (1899).

    Ze versloekte in haar speeksel.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 05 Sep 2018 18:18
    2 reactie(s)

    geslokken
    (volt.deelw. van slikken)

    In de provincie Antwerpen is het werkwoord slikken sterk, wat afwijkt van het AN (slikken, slikte, geslikt)
    slikken, slok, geslokken uitspraak: /slikken, sloek, gesloeken/ met korte oe

    zie inslikken, verslikken, zijn eigen ~, verslikken

    Een mand pillekes heb ik geslokken in mijn leven! Maar ik ben er nog altijd bij.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 05 Sep 2018 18:16
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.