Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kotelet, ribstuk van varken, rund of lam
- kotelet met ingevoegde r, zoals in kornijn
< Frans côtelette
Woordenboek der Nederlandsche Taal: — kotelette —, znw. vr., mv. -tes, gewoner -ten. Uit frans cotelette. Soms verbasterd tot kortelet(te), bij Cornelissen-Vervliet körtelet.
uitspraak prov. Antw.: /kurtelet/, /kortelet/, /kötelet/ (eerste twee ‘e’-s worden dof uitgesproken: /?/)
Wikipedia: De benamingen karbonade en kotelet worden in Nederland veelal door elkaar gebruikt, maar er is wel degelijk verschil. Wanneer een stuk varkensvlees zodanig is gesneden dat het een rib bevat, dan is het een kotelet. Alle andere kleine stukken vlees met bot heten officieel karbonade.
Voor mij nen halve kilo gekapt en 2 korteletten alstublieft.
Verkeerd slikken waardoor voedsel, drank of speeksel in het verkeerde keelgat terecht komt, zodat men moet hoesten, als gevolg van rap en raweuns eten of drinken, of door te lachen.
Woordenboek der Nederlandse Taal: bedr., wederk. en onz. zw. (in Antw. ook st.) ww. Van slikken met ver-.
?b. Onzijdig. Na de 17de e. alleen nog in Vlaams-België aangetroffen.
’Tbedrogh is in het aes daer ’tVisken aen verslickt, Huygens, Ged. (1657).
Hij verslikte aan een beetje brood, De Bo (1873).
zie ook verslikken, zijn eigen ~, sloeken, geslokken, versjloeke
Hij verslikte aan de opgewondene haast waarin hij opliep en ze gingen beiden geweldig aan ’t hoesten, Stijn Streuvels, Dagen (1902)
De jongens verslikten van ’t lachen, Stijn Streuvels, Lenteleven (1899).
SN: zich verslikken, met vervoeging: verslikte, verslikt
zie geslokken
ook in de Antwerpse Kempen
Ik heb mij versloekken in een glas cola.
Hij versloek zijn eigen in zijn eigen speeksel.
In de provincie Antwerpen is het werkwoord slikken sterk, wat afwijkt van het AN (slikken, slikte, geslikt)
slikken, slok, geslokken uitspraak: /slikken, sloek, gesloeken/ met korte oe
zie inslikken, verslikken, zijn eigen ~
Een mand pillekes heb ik geslokken in mijn leven! Maar ik ben er nog altijd bij.
Verkeerd slikken waardoor voedsel, drank of speeksel in het verkeerde keelgat terecht komt, zodat men moet hoesten, als gevolg van rap en raweuns eten of drinken, of door te lachen.
Woordenboek der Nederlandse Taal: bedr., wederk. en onz. zw. (in Antw. ook st.) ww. Van slikken met ver-.
?b. Onz. Na de 17de e. alleen nog in Vlaams-België aangetroffen.
’Tbedrogh is in het aes daer ’tVisken aen verslickt, Huygens, Ged. (1657).
Hij verslikte aan een beetje brood, De Bo (1873).
zie ook verslikken, zijn eigen ~, sloeken, geslokken, versjloeke
Hij verslikte aan de opgewondene haast waarin hij opliep en ze gingen beiden geweldig aan ’t hoesten, Stijn Streuvels, Dagen (1902)
De jongens verslikten van ’t lachen, Stijn Streuvels, Lenteleven (1899).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.