Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Ik heb het maar ineens gedaan. Als het niet goed is, dan zal ik het wel terugzetten.
Spreekt ge dat echt uit als boom? Of eerder boëm, bojem?
op woorden.org: straf
erg, hevig streng borstelig, stug fors, krachtig, sterk, zwaargebouwd bekwaam, ervaren, goed, knap, slim brutaal, kras, vrijpostig strak, stijf godsgericht, kastijding, penaliteit, straffe, afstraffing, bestraffing, boete, douw, kwelling, loon, ongemak, ontbering, penitentie, ramp, vergelding
Misschien is straf in (sommige van) de aangehaalde betekenissen wel SN. Maar ik kan me voorstellen dat het meer in VL gebruikt wordt, misschien ook in typische idiomatische verbindeningen: (bv. madam, straffe ~)
’t Zou straf zijn moest het niet waar zijn.
Ik vind dat wel straf: eerst zegde ’t een en nu zegde ’t ander.
Ge hebt dat te straf aangespannen, ik krijg dat niet meer los. (te strak aangespannen)
Het ww dat ge in uw voorbeeld gebruikt is niet afzabberen maar opsabbelen. Afzabberen staat er al in en afgezabberd is daar het VD van, dus dat invoeren is niet echt nodig. Ik zou het lemma dus veranderen in opsabbelen, dat is ook een plezant ;) woord dat er nog niet in staat.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.