Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Ik gebruik pinnen heel dikwijls in combinatie met betaalkaart, maar dan wel enkel in deze zin: Als ge met bancontact wilt betalen moet ge met uw betaalkaart voor te pinnen komen. ;)
Mijn eerste gedacht was ook dat bij elk znw na een voorzetsel een lidwoord staat, maar ik heb ondertussen wel een tegenvoorbeeld gevonden: We verblijven aan zee.
Volgens de theorie in https://onzetaal.nl/uploads/nieuwsbrieven/m1711.pdf is ‘op tafel in de living’ een welbepaalde tafel die een lidwoord zou behoeven, dus dan zou dat het gereduceerde lidwoord kunnen zijn.
komt in NL ook voor en https://vrttaal.net/taaladvies-taalkwestie/verhelpen rept met geen woord over VL toepassing.
Maar DS2015 vermeld het toch? SN?
Antwerpen gaat op zoek naar “Het Schoonste Gebouw” (vrt.be)
- Waar is hij?
- Op ‘t school.
- Waare?
- Hoorde gij niet goed? Op’t … schoo-öl!
- Waar ligt het?
- Op ‘t tafel.
- Waare?
- Hoorde gij niet goed? Op’t … taaa-fel!
Ik probeer maar duidelijk te maken dat er volgens mij een ’t voor tafel staat, ook al hoort ge die nauwelijks of niet. Of ben ik verkeerd?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.