Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Welkom, michelstevens. De aanpassing klopt inderdaad:
geleeg, geleg, zn.: ligging, huis en erf, steenbakkerij met terrein eromheen; aangelegenheid, aanbelang. Mnl. gelege ‘kasteel, huizing’, Vnnl. gheleghe ‘ligging, landhuis’ (Kiliaan). Mnd. gelege ‘ligging’. Afgeleid van Mnl. geliggen ‘gelegen zijn; van belang zijn’, liggen.
(F. Debrabandere (2010), Brabants etymologisch woordenboek: de herkomst van de woordenschat van Antwerpen, Brussel, Noord-Brabant en Vlaams-Brabant, Zwolle)
Joël De Ceulaer in De Morgen: “Het was grappig toen Steven Van Gucht ons voor de feesten aanraadde om de dampkap – in het Nederlands: afzuigkap – op te zetten.”
Dampkap is standaardtaal in België, waarom moet een columnist in een Vlaamse ‘kwaliteitskrant’ een viroloog een onnodige en ongepaste taalkundige sneer geven? Omdat Joël De Ceulaer zoals Mia Doornaert een fundamentalistische taalverbeteraar is die achterhoedegevechten levert tegen vermeende taalverloedering. De aanhangers van die school argumenteren dat zogezegd slordig taalgebruik of taalfouten de geloofwaardigheid van de auteur ondermijnt. Dan ga ik nu eens de rollen omkeren: De Ceulaer ondermijnt de geloofwaardigheid van zijn betoog over de corona door uit de bocht te gaan over een niet ter zake doende taalkwestie waarbij hij overigens ongelijk heeft: dampkap is standaardtaal!
Wellicht ruimer: mijnwoordenboek.nl/dialect/Ninoofs
fos: kolenmijn
fos: koelpit, koolmijn
fosman: mijnwerker
De inspiratie kwam vandaag op de dag van de onnozele kinderen (= dag van de onschuldige kinderen). In deze betekenis is het ook wel in NL in gebruik.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.