Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ah, ook in die gevallen zou ik “den” zeggen: Ziet da ge veur den twelve thuis zè, ziet da ge veur den elve thuis zè. En de zessen natuurlijk ook.
Dus misschien is het toch ni zo eenduidig geregeld als dat ik eerst docht.
misschien een verbastering van ‘concubine’? ik doen maar ne gok.
dan wel altijd in de combinatie “den tweeën”; geldt ook voor ‘de vieren’ en de andere toevoegingen hier.
“den tweeën” = ‘twee uur’, “tweeën” losstaand op zijneigen betekent natuurlijk niks, behalve dat 222 drie ‘tweeën’ zijn.
Efkes wat komen pezeweven ;)
dat ‘der’ dikwijls inwisselbaar is voor ‘er’ schijnt wel te maken hebben doordat het ‘gesteund’ wordt door het woordje “daar”, waarvan het de ‘zwakke’ versie is. Ofzoiets (tis hier al laat, ik kan efkes nimeer helder denken)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.