Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
languit
Ze lag langsuit op hare rug in de groentenhof te genieten van de zon, met haar voorpootjes ingetrokken.
voortuin
zie ook hof, groentenhof
Niet alle samenstenstellingen met tuin kunnen door hof gesubstitueerd worden:
wel voorhof, groentenhof, …
twijfelachtig: achterhof (achtertuin), …
niet: hofhok of hofkot (tuinhok of tuinkot)
Ze hebben hun voorhofke proper aangelegd met bloemenperkskes en tuinkabouters.
groententuin
De voorhof is voor bloemen en een gazonneke, maar vanachter is er ne grote groentenhof.
voortuin
zie ook hof
Niet alle samenstenstellingen met tuin kunnen door hof gesubstitueerd worden:
wel voorhof, groentenhof, …
twijfelachtig: achterhof (achtertuin), …
niet: hofhok of hofkot (tuinhok of tuinkot)
Ze hebben hun voorhofke proper aangelegd met bloemenperkskes en tuinkabouters.
afgeven op iemand, maar dan nog een trap sterker; op iemand zijn kap zitten (kap, op iemand zijn ~ zitten);
zijn ongenoegen of frustratie op iemand uitwerken
Ge moet zo niet afkappen op mij, ik heb er niets mee te maken.
streken hebben, praatjes hebben
andere regio’s?
uitspraak Antw: zjesten ebbe
Amai, die heeft nogal gesten: Die komt hier met zijne chiquen auto een beetje showen zodat iedereen em gezien heeft.
Helaba, een beetje dimmen misschien? Ge moet niet zoveel gesten hebben.
een kelebeier, is als een bes die in de keel blijft steken.
=adamsappel.
è-je gezien watvoor ne grote kelebeier die jonge vent heeft?
bundel lange twijgen, fijne takken, samengebonden met touw of een twijg.
WNT: Modern lemma: pensaard
znw. m., mv. -s. Van frans pansard, eene afl. van frans panse.
1. Dikbuik, iemand met eene dikke pens. Vernederlandsching van het franse woord, onder invloed van pens. Verouderd.
2. Gewestelijk (in het Land van Waas) in den zin van: takkebos (Joos (1900-1904)). Waarschijnlijk hetzelfde woord als het voorgaande en eene schertsende toepassing daarvan.
Ik heb de bomen gesnoeid en enkele pensaerts gemaakt.
bewustzijn; gezondheid
(ook in Oost-Vlaanderen)
WNT: Modern lemma: center
znw. onz. (in Z.-Ndl. ook m.). Onteend aan fr. centre.
1. Middelpunt, in overdrachtelijken zin. Thans alleen in Z.-Ndl.
?— Uit —, niet bij —, niet op zijn center zijn, niet in zijn gewone doen, in de war, niet wel zijn.
“Ik ben vandaag op myne’ center nie”, Corn.-Vervliet
?— Van zijn center gaan (vallen), van zichzelf —, in zwijm —, van zijn stokje vallen.
“Ze viel in de kerk van heure center.” Corn.-Vervl.
Hij valt van zijne center = hij verliest het bewustzijn
’k Ben niet op mijne center = ik voel mij niet goed
iemand met een ei-vormig hoofd
graag bevestiging van de regio Westhoek
Ge moet deen nekeer zien me zin tepelhoofd.
emmer, aker
WNT:
SEUL
Woordsoort: znw.(v.)
Modern lemma: seul
— SEULE —, znw. vr. Ontleend aan ofr. seille, frans seau. In Vlaand.
1. Emmer, inzonderheid houten emmer.
Seule, suyle, Fland. Occident, j. eemer, Kiliaan — Van aen den Yper-stroom tot waer de vlammen waeren, De seultjes vlogen al van hand tot hand, V. Daele bij De Bo (1805).
Hij deed het zand in eene seule, De Bo (1873).
2. Zuiger van een pomp (De Bo (1873)).
Breng me ne keer ’n seule proper water.
emmer
Pak eens een seule woater, da ’k het plankier kan kuisen.
Geft mie neke die seule, dak ze kan iellen. (Westhoek)
iemand die niets durft (in Limburg ‘lapsjwans’ = slappeling)
Die slapzwans durft niet eens op de springplank in het zwembad.
iemand die niets durft (in Limburg ‘sjlapsjwans’)
Die slapzwans durft niet eens op de springplank in het zwembad.
slagen in (iets)
De leerlingen deden hun uiterste best om de leerkrachten een overwinning af te snoepen, maar daar zijn ze niet in gelukt.
Na de derde poging is hij eindelijk gelukt in zijn theoretisch rijexaam.
afzeggen, afwijzen, afketsen, afschudden
We moeten volgende week naar een receptie ergens in Bommerskonten, maar ik heb geen goesting, ik gaan proberen van dat af te biljaren.
afhaspelen, in snel tempo afwerken
Antw: uitspraak: afbiljaren
Deze muur schilderen? We zullen dat eens rap afbiljaren se, dan kunnen we op tijd naar huis.
titel (in enkele op het Frans gebaseerde uitdrukkingen die vooral bij onze (Nederlandsonkundige?) administratie nog steeds erg populair zijn)
- ten titel van (Fr. à titre de)
- ten titel van betaling (à titre de paiement)
- ten titel van voorbeeld (à titre d’exemple)
- ten bijzonderen titel (à titre particulier)
- ten definitieven titel (à titre définitif)
- ten individuelen titel (à titre individuel)
- ten kostelozen titel (à titre gratuit)
- ten persoonlijke titel, op persoonlijke titel (Fr. à titre personnel)
- ten vertrouwelijken titel (à titre confidentiel)
- ten voorlopigen titel (à titre provisoire)
- ten uitzonderlijken titel (à titre exceptionnel)
idem dito:
- ten algemenen titel, ten bezwarenden titel, ten bijkomstigen titel, ten eeuwigen titel, ten exemplatieven titel, ten indicatieven titel, ten informatieven titel, ten precairen titel, ten privé titel, ten provisionelen titel, ten tijdelijken titel, ten zelfden titel (enz. enz.)
ga eens, ga maar
< teure verbergt een oud werkwoord ‘horren’ of ‘hurren’, van dezelfde oorsprong als Engels ‘hurry!’. Teure is een samentrekking van een aanmoedigende uitdrukking waarin de imperatief ‘hurre’ vooraf werd gegaan door het tussenwerpsel ‘toe!’ of de gebiedende wijs van versterkend ‘doen’ zoals die ook in het Engels gebruikelijk is, bv. ‘do hurry!’. West-Vlaams, M. Devos, R. Vandekerckhove
teure gaan kijken
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.