Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
titel (in enkele op het Frans gebaseerde uitdrukkingen die vooral bij onze (Nederlandsonkundige?) administratie nog steeds erg populair zijn)
- ten titel van (Fr. à titre de)
- ten titel van betaling (à titre de paiement)
- ten titel van voorbeeld (à titre d’exemple)
- ten bijzonderen titel (à titre particulier)
- ten definitieven titel (à titre définitif)
- ten individuelen titel (à titre individuel)
- ten kostelozen titel (à titre gratuit)
- ten persoonlijke titel, op persoonlijke titel (Fr. à titre personnel)
- ten vertrouwelijken titel (à titre confidentiel)
- ten voorlopigen titel (à titre provisoire)
- ten uitzonderlijken titel (à titre exceptionnel)
idem dito:
- ten algemenen titel, ten bezwarenden titel, ten bijkomstigen titel, ten eeuwigen titel, ten exemplatieven titel, ten indicatieven titel, ten informatieven titel, ten precairen titel, ten privé titel, ten provisionelen titel, ten tijdelijken titel, ten zelfden titel (enz. enz.)
ga eens, ga maar
< teure verbergt een oud werkwoord ‘horren’ of ‘hurren’, van dezelfde oorsprong als Engels ‘hurry!’. Teure is een samentrekking van een aanmoedigende uitdrukking waarin de imperatief ‘hurre’ vooraf werd gegaan door het tussenwerpsel ‘toe!’ of de gebiedende wijs van versterkend ‘doen’ zoals die ook in het Engels gebruikelijk is, bv. ‘do hurry!’. West-Vlaams, M. Devos, R. Vandekerckhove
teure gaan kijken
titel (in enkele op het Frans gebaseerde uitdrukkingen die vooral bij onze (Nederlandsonkundige?) administratie nog steeds erg populair zijn)
- ten titel van (Fr. à titre de)
- ten titel van betaling (à titre de paiement)
- ten titel van voorbeeld (à titre d’exemple)
- ten bijzonderen titel (à titre particulier)
- ten definitieven titel (à titre définitif)
- ten individuelen titel (à titre individuel)
- ten kostelozen titel (à titre gratuit)
- ten persoonlijke titel (Fr. à titre personnel)
- ten vertrouwelijken titel (à titre confidentiel)
- ten voorlopigen titel (à titre provisoire)
- ten uitzonderlijken titel (à titre exceptionnel)
(eertijds) 19e-eeuws muntstuk met een kruis erop dat men in vieren kon breken
Lokale uitspraak: e kreisoëd (dim. -iëdsje)
Onzeker of er een etymologisch verband is met “vlojiëdsje”, een roostertje van metaaldraad dienend als onderlegger voor vlaaien; de overeenkomst in uitzicht is alleszins frappant.
E kreisoëd koste èn viere brèèke. (een kruisoord kon je in vieren breken)
borstrok, onderhemd.
Mèt de wèntjer moos-te veer weer ongerliefkes aan.
Met de winter moesten we weer borstrokjes aan.
borstrok, onderlijfje
Mèt de wèntjer moos-te veer weer ongerliefkes aan.
Met de winter moesten we weer borstrokjes aan.
-heid
(lokale uitspr. -ighèts)
Voorbeelden: sjaunighèts (schoonheid), kollèèrighèts (woede, gramschap), ambetantighèts (verveeldheid, wrevel), grienighèts (gierigheid), hêllighèts (hardheid), loempighèts (domheid), zjeloêzighèts (jaloersheid), verkaddighèts (verkoudheid) …
voortdurende aanwezigheid, doorlopend verzekerde dienst, permanent toezicht
Fr. permanence
De permanentie verzekeren.
Ik heb permanentie vanavond.
Tijdens permanenties is de Jeugddienst on line bereikbaar via MSN.
krachtterm (eigenlijk: godsgenade)
Godsgenojje nog nie! Es dat nau bekans gedond mèt oer gestechel! (verdomd nog an toe, hou eens eindelijk op met dat geruzie!)
(eertijds) godspenning
Etym.: Duits “Gottshalber” (?)
z. god(s)cent
De godshalver, da’s het oude woord voor godscent.
(eertijds) godspenning
Etym.: Duits “Gottshalber” (?)
z. god(s)cent
De godshalver, da’s het oude woord voor godscent.
(eertijds) godspenning, muntstuk waarmee men een koop placht te bekrachtigen
ook: godshalver
Door een godcent te geven, gaf men te kennen dat men akkoord ging met de vraagprijs (voor een stuk vee, bv.)
het kleinst mogelijke geluid maken, een kik geven
vgl. hippen, niet ~
Zij hoeft maar te hippen en zij krijgt al wat zij vraagt.
het kleinst mogelijke geluid maken, een kik geven
Zij hoeft maar te hippen en zij krijgt al wat zij verlangt.
madeliefje(s)
(namen van bloemen zijn vaak meervoudig in het dialect: pisbloemme, meeklèkskes, groffiaote, krizante, bosilzjekes, klitteklotte, kérkesniëtels, botterbloemme, koebbelreiskes …)
Lokale uitspr.: meezietsjes
Etym.: made + soete (cf. Van Dale, meizoentje)
Kinderen plukken de eerste meizoetjes in het gras om er een bloemenkransje van te vlechten.
een (garen)draad aanbrengen, rijgen (door een naald bv.)
lokale uitspr. vemen
Ich kraajg de vaom nie gevèèmp, prebiër dich èns, dich hébs goej ooge. (ik krijg de draad niet geregen, probeer jij eens, jij hebt goede ogen)
tamme ekster
(zie hannekesnest)
Ge kunt een hannoe leren spreken als ge z’ne vaam snijdt.
ekster
(vermoedelijk een klanknabootsend woord)
De “kerreget” is een vogel die meestal hoog in canadabomen woont. (wit en zwart gekleurd)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.