Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
regenzeil
vnw: dekzeil, bijvoorbeeld van een vrachtwagen
uitspraak basj
Als het regent, heb ik een bache voor op de fiets.
> andere betekenis van bache
1. groep medewerkers van een ministerie
Van Dale 2016: in BE: de persoonlijke medewerkers en raadgevers van een minister of staatssecretaris, die niet tot de ambtenarij behoren en die na zijn ambtsperiode weer uit het ministerie verdwijnen.
zie ook cabinetard, kabinetard, kabinetsattaché, kabinetsadviseur, kabinetchef; kabinetsraad
2. praktijkruimte, praktijk, dokterskabinet
Van Dale 2016: BE praktijkruimte van een beoefenaar van een vrij beroep, m.n. van een arts, advocaat…
DS2015 geen standaardtaal
vnw: praktijk van een dokter, tandarts enz., spreekkamer, behandelkamer
3. WC, toilet (regio Brugge, prov. Antwerpen)
vnw
4. kabernet (uitspraakvariant, dialectische vorm): toilet
- naar het kabernet gaan = naar het toilet gaan (Antwerpse Kempen: Lier)
1. Ik werk voor het kabinet van Binnenlandse Zaken.
Hebt u toch nog een andere vraag of opmerking, neem dan contact op met het kabinet Weyts via onderstaand formulier. (http://www.benweyts.be/)
2. De dokter doet bij hem thuis visite in zijn kabinet.
Daarom vragen wij om zoveel als mogelijk gebruik te maken van de raadplegingen in het kabinet van de dokter. (website van een groepspraktijk)
3. Ik zit in het kabinet om een plaske te doen
4. Ge gaat naar het kabernet om een grote of een kleine commissie te doen (komisse, uw ~ doen).
vnw: het veldrijden
ook samenstellingen: cyclocrosswedstrijd, cyclocrossseizoen, cyclocrossparcours, cyclocrosscoureur
Sven Nijs heeft vandaag de cyclocross gewonnen.
“Hoi, ik ga ieder weekend naar de motocross! en ga als de motocross gedaan is naar de cyclocrossen!”
…en Hilde was verliefd geworden op een cyclocrosscoureur die zich na de wedstrijd nooit waste. (Bloed spuwen naar de hematoloog – Herman Brusselmans)
metselaar
Een metser is een vak- of ambachtsman die bakstenen of blokken natuursteen metselt.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Afleiding van maetse, metse ‘huizenbouwer, metselaar’ dat ontleend is aan middeleeuws Latijn matio, machio (6e eeuw). Dit Latijnse woord gaat, evenals Frans maçon, terug op Frankisch *makjo, een nomen agentis bij het werkwoord maken. (Philippa e.a.)
Van Dale 2018 online: metser
BE; spreektaal metselaar
DS2015 geen standaardtaal
zie: metsen
vgl. metsersstiel, metsendiender; metsersbroek; metsersbaas; metsersstiel
De metsers hebben op 1 week bijna het hele huis gezet.
beroepschool
De vakschool is in Vlaanderen een oude, niet-officiële benaming van een secundaire school waar vooral jongens een “vak” of stiel leerden. Bron: Wikipedia
Ik heb op de vakschool voor metser gestudeerd.
steekwagentje
< Frans: brouette, zie berrewet
zie ook pirrewitje, duvelke
We zullen de frigo verhuizen met een pierewiet.
> andere betekenis van pierewiet
wasknijper
uitspraak: de “d” wordt niet altijd uitgesproken
West-Vl.: wasspelle
Prov. Antwerpen: wasspel
Van Dale online: BE, spreektaal
zie ook: klammere, stekke, houten speld, wasklem
Waar zijn de wasspelden? Ik wil de was gaan ophangen.
luciferdoosje
zie ook stekskesdoos, spikskesdoos, zjwaegeldeuske, stekske, stek
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Stekdoos(ken) of stekskensdoos(ken), lucifersdoosje (joos 1900-1904; corn.-vervl.)
Mijn stekkedoosje is helemaal leeg, hebt gij soms een vuurke?
deugniet, kerel, nummero, kastaar
vriendelijk pejoratieve benaming voor een man
ook charel
Gij zijt nogal ne sjarel.
demorgen.be: Vlaamse ‘sjarel’ zegt wat president moet doen
- Zoals uit deze – we geven toe: fictieve – conversaties blijkt, moet Obama zijn vice-president af en toe intomen. ’t Is een sjarel, die Biden! (forum humo.be)
(Gaat nu zitten wachten op alweer een sjarel die beweert dat het water al langs de voordeur moet binnenlopen eer die ytong nat komt te staan). (bouwinfo.be)
Onmiddellijk verdeelde koers met 8 koplopers, Michiel weggereden van de 2de groep in de laatste ronde en als 9de aangekomen.. ja man, ge zijt ne charel … (facebook)
Eest gaf ozze GPS nog aan om veu het Zilverstrand rechs het bos in te duike want hie wit hij ok nog wa paddekes da is begot nogal ne Charel dieje Berkie (mannevantloszand.be)
< andere betekenis van sjarel
flauwvallen, bewusteloos, in zwijm vallen, van zijne center vallen
< Latijn “de suis cadere” van zichzelf vallen, bron: Cools, Karel “Vergeelde woorden”
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
zie ook klot, van zijne ~ vallen,
vallen, van zijnzelve ~,
sus, van zijne ~ draaien,
stek, van zijne ~ vallen,
sies, van zijne ~ vallen
Karel was zo moe dat hij van zijne sus is gevallen.
streepvormige kras, krab, schram, snee of kerf
schaar is de Antwerpse uitspraak van schar
Oost-Vlaanderen: schart
Het bos waar we doorwandelden stond vol bramen. Mijn benen staan vol scharen.
Aan een messengevecht hield hij een lelijke schaar op zijn gezicht over.
Vandalen krasten een schaar op mijn voorruit.
drinkbus
niet te verwarren met pull
zie ook: pulle
< apulle, van Lat. ampulla (fles).
De scouts hebben hun pul met water gevuld.
> andere betekenis van pul
muts, pet zonder klep
vnw: hoofddeksel zonder klep: muts, alpinopet, capuchon
< pots bep. muts (Zuid-Nederland). Verkort uit kapoets « Hoogduits kapuze « Italiaans capuccio ‘kap’ (~ Frans capuchon). (A.A. Weijnen)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: pots, ook potse
2. Ronde mansmuts zonder klep (Cornelissen-Vervliet 1899); matrozenmuts, inzonderheid als dracht voor kinderen.
“Manneken, doet oe’ potsken af”, Cornelissen-Vervliet.
“De kleine jongens dragen gemeenlijk potsen”, Ald.
zie ook verzamellemma kledij
Het is aan het sneeuwen buiten. Ik zal maar een pots op zetten.
“Een euro korting als je een pots draagt” (gva.be)
Op het hoofd droeg de hoofdleidster een hoed met omgeslagen rand aan de zijkant, de leiding een pots (muts), de gidsen een hoed en de kabouters ook een pots. (hetbezemklokje.be)
“Soms denk ik dat er een pots op mijn hoofd staat, of oorverwarmers begot, waardoor ik de wereld vanonder een stolp, een beetje gedempt waarneem.” (demorgen.be)
Er zijn mutsen met flappen, zonder flappen, potsen in alle kleuren, een groen kabotske, twee stuks met konijnenhaar, een roze beanie, een … (standaard.be)
aardappelmesje
zie ook petattenschelder; patattenmes
Kempen: patattenscheller of patattenschelder
Ik zal de groentjes kuisen. Waar is de patatscheller?
Van Dale 2015 online: BE, niet algemeen
vnw
in Antw.: achtermiddag
Antw. Kempen: sachnoens of ’s achternoens (bijw. bep. van tijd, genitief): ’s namiddags
Dezen achternoen komen oma en opa op bezoek.
“Den bakker is sachnoens nema oope”
De bakker is ’s namiddags niet meer open.
nergens
Van Dale 2024: (regionaal) nergens – vormvariant nieveranst
zie ook: nieveranst, nievers, nieverst, Nieverance, nowers
antoniem: ievers, ieverans
Het woord werd reeds gebruikt in de dertiende eeuw (en wellicht nog eerder): “Mijn lant is so groot. Men vint nyewers sijn ghenoot.” (Karel ende Elegast)
Ik kan mijn sleutels nieverans vinden.
Die liggen nieverans ni.
Hebt gij die ieverans zien liggen?
Zijt ge die soms ievers tegengekomen?
hier, voila, pak aan
oude gebiedende wijs van nemen: nem
Hageland: nèh
Antw.: nah
Antw. Kempen nah, nèh of tenèh
Nem, ik had het u gezegd, hé?
Nem, hier hebt ge uwe snoep, en nu stoppen met zagen.
kalf, lomperik
uitspraak met doffe u
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt):
Een in Zuid-Nederland gewone naam voor een zeer jong kalf; wellicht is dit woord gevormd met het suffix ‘îna’, dat dikwijls voorkomt in namen van jonge dieren, waarbij men echter het onz. geslacht zou verwachten.
- “De muttekes staan in hun stal” De Cock en Teirlinck Kinderspel & Kinderlust in Zuid-Nederland (1902).
- Oneigenlijk, een klein kind; een dommerik, een sul (…)
- Samenst. Muttenstal (Joos (1900-1904), meuttentuischer, ”schacheraar in kalven” (Cornelissen-Vervliet (1899-1906)
Van Dale 2018: mutten
niet algemeen
1. kalf
2. domme jongen
Welke mutten heeft dat nu weer uitgevonden?
Inne minne mutten
10 pond grutten
10 pond kaas
inne minne mutten is de baas
zeer zuur snoepje in de vorm van een rode bol
zie ook smoelentrekker, totentrekker
Mijn tong doet helemaal zeer van die muilentrekker.
ronde sandwich met een gat erin
vnw: rond plat broodje met een kuiltje in het midden, bestaande uit tarwemeel met anijs
uitspraak: nadruk op laatste lettergreep
< Ontleend aan Oudfrans wastel, een bijvorm van gastel, nu gâteau
Van Dale online: gewestelijk, bestel: variant van mastel:
hardgebakken gekruid masteluinbroodje, vroeger m.n. gebruikt om er pap voor kraamvrouwen van te koken
zie ook gestreken mastel; gewijde mastel
Mastellen met kaas en warme chocomelk zijn super lekker.
Gentenaars roepen van hun belfort dat mastellen een typisch Gents gebak zijn. Zij dwalen. Even rondvragen en ik hoor dat ze nog gebakken worden in Ninove, in Aalst en in Sint-Niklaas. (bruzz.be)
Alles op de kaart is huisgemaakt: koeken met kaneel, pistache of pecan, een mastel met zalm of pastrami, shrimps with dips, salades,… (hipsteadresjes.gent)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.