Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
wedstrijd die per team betwist wordt, bv. in het baanwielrennen, in tegenstelling tot een individuele koers
Op het BK baanwielrennen in Gent hebben Iljo Keisse en Kenny De Ketele de ploegkoers gewonnen.
extra (kleuter)klas om een teveel aan leerlingen op te vangen
De stad Gent kampt met een capaciteitsprobleem in het kleuteronderwijs: er zijn in 2009 meer kindjes geboren dan er plaatsen beschikbaar zijn in de eerste kleuterklasjes. De stad wil dat probleem oplossen met bubbelklassen. Dat zijn extra klasjes die speciaal voor dat geboortejaar worden opgestart. De klasjes stijgen de volgende jaren – als een bubbel – van de eerste kleuterklas naar het zesde leerjaar. Het gaat dus niet om een structurele verhoging van de schoolcapaciteit, maar om een eenmalige uitbreiding. (uit: Taaltelefoon)
achturige (werk)dag
Van Dale 2015 online: BE
vergelijk: veertigurenweek, vijfdagenweek
De eerste regeling van bovenaf om korter te werken was de wet op de achturendag, bij een werkweek van 45 uur, die in 1911 werd aangenomen. Na een strijd van dertig jaar werd die wet in vijf maanden door het parlement goedgekeurd. Ook gemeenten en andere overheden deden mee uit angst anders werknemers te zullen verliezen aan het bedrijfsleven.
veertigurige werkweek
(standaardtaal in België; bron: Taaltelefoon, Taalunieversum)
vgl. vijfdagenweek, achturendag
zie ook urenweek, 40 ~
Patroons en arbeiders zijn overeengekomen om de veertigurenweek door te voeren.
Diep slapen, vooral als gevolg van lange uren inspanning of lang gebrek aan slaap.
Onze Jef is om 6 uren deze morgend thuisgekomen van ’t feestje, en op de zetel gaan liggen teurken.
u in een situatie opjagen. Van een situatie lastig worden.
Dat is toch nen ambetanterik. Ik krijg er de krelkespis van.
Den diene die nu voor mij rijdt, zo traag, ik krijg er de krelkespis van.
In de jaren 70 en 80 was in Antwerpen ne “meepak” de omschrijving voor een meisje waarmee je wel een nachtje wou stoeien maar niet echt een vaste relatie mee zou aanknopen.
Pas oep das misschien wel een lelijk wijf mor ’tis wel ne goeie “meepak”.
Een van de scheldnamen voor een Hasselaar en kan drie betekenissen hebben:
1. iemand die nieuwsgierig is (iemand die anderen van achter het raam uit bespiedt)
2. een inwoner van Hasselt die het een beetje hoog in zijn bol heeft, zie dikke nek
3. een mik (wit brood) dat op de vensterbank ligt
zie ook de meerdere betekenissen van mik
zie ook ossenkop, likkebaard, Belgische bijnamen van plaatsen, Belgische bijnamen van inwoners, Belgische bijnamen
Bijnamen voor de Hasselaar handelen allemaal over eten en drinken. Deze spotnamen wisten de buurgemeenten vroeger voor de Hasselaar te verzinnen. Vandaag leven die bijnamen, behalve ‘dikke nek’, niet meer in Hasselt en weinig inwoners kennen nog de betekenis ervan.
Die vinstermik is weer iemand aan het uit loeren van achter het raam
Die vinstermik denkt ook dat ze wat meer is.
Gedraag u als een echte ‘vinstermik’ (vroegere bijnaam van de Hasselaren, die verwijst naar nieuwsgierig uit het raam kijken) en laat een versgebakken wit brood (mik) voor het venster afkoelen. Dit deed men om zijn rijkdom te tonen, want wit brood was vroeger een product voor de rijken. (http://www.jeugdhasselt.be/)
1) stopwoord aan het einde van een zin
2) een aanspreekwoord, meestal uit irritatie
3) verkleinwoord gebruikt voor tederheid, empathie, vriendelijkheid
1) Schatteke, wilde dat voor mij es rap doen, jom.
2) Seg jom, stopt daar es mee, ge doet ambetant.
Hey jom, onnozelaar!
3) Maar jommeke toch, kom hier een kusje op uw zeer plekske.
het is van niet veel belang meer, laat het maar zijn
zie ook: jatten en taloren
Wete, het kan mij allemaal niet meer schillen of dat het nu zwart is of wit, appelen en peren, jom!
iemand met een gezonde appetijt die veel kan eten
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Verder: Smeerpere, gewestelijk , b.v. te Gent, voor: iemand die veel eet
- ’t Was zulk ’n smeerpere van e manneke: ’t at al op dat ’t hadde, Loquela (1887)
Als het op pizza eten aankomt is mijn zoon een echte smeerpeer.
vader, ook een oude man, ouwe
uitgesproken gelak het Fr. père
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
- Wat zal uw pere daar van zeggen? Joos (1900-1904)
- Maer siet dat Lammeken (dat kleine kind) het schynt dat t’kennis draecht van sijn Peerken. Ogier, Seven Hoofts. (1644).
- Pere, Wuk (wat) dunk-je van ’t weêre? Kinderrijm (Ieperen). in De Cock en Teirl., Kindersp. (1906).
Kempen: pejoratief gebruikt voor vader
Antwerpen: in onbruik, behalve in de uitdrukking pere, zijne ~ zien
Onze pere is nen echte ouwe pee geworden.
Als ik het verdiende, kreeg ik al eens een billekletser van mijne pere.
> andere betekenis van pere
een slag, een klop
Als kind heb ik es 1 keer een goei peer tegen mijne appel gekregen van ons moeder. Ik had waarschijnlijk het bloed onder heur nagels onderuit gehaald.
iemand een vetting geven, iemand een slag geven
vnw: iemand een peer (om zijn oren) geven: iemand een klap geven
Manneke als ge nu niet gaat luisteren hè, dan zal ik u sebiet es een goei peer rond uw oren geven.
overeenkomen totdat de twee partijen samen hun goesting krijgen, een compromis sluiten
> Frans: couper la poire en deux
ook: de peer in twee doen
Als ge kinderen hebt en ze willen allebei met hetzelfste stuk speelgoed spelen, dan moet ge als moeder toch dikwijls de peer in twee snijden.
knack.be: Daarmee verdeelt het het liberale blok, want Open VLD-voorzitter Alexander De Croo wil de peer in twee doen.
facebook.com: Men zou beter de peer in twee doen: helft van de bussen langs de Brusselse – o.a. omwille van het ziekenhuis – en de helft langs de Brouwersstraat.
iemand beetnemen
vnw: iemand een poets bakken, iemand een kool stoven
Van Dale: (algemeen Belgisch-Nederlands) iem. een peer stoven:
hem beetnemen
Vanavond gaan we eens goe lachen met allemaal. We gaan de Leo een peer stoven.
Omdat CD&V ons eind vorig jaar zo’n peer gestoofd heeft, ben ik daar zeker niet gelukkig mee. (vrt.be)
- iemand die gene goeiendag zegt
- iemand die onbeleefd is
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Temorgend kwam ik de Wesley tegen, amai was die zijn klak aan zijne kop vastgegroeid.
iets dat verduft ruikt, iets dat een keldergeur heeft
In goedkope, overjaarse wijn kan de keldergeest zitten als ge de fles opendoet.
1) in een nauwe, wankele, onstabiele situatie verkeren
2) nauw behuisd zijn: bijvoorbeeld: in een kaal huis of tijdelijke verblijfplaats wonen
< zie schupstoel, op een ~ zitten; schupstoel werd door volksetymologie verbasterd tot schupsteel
1) Het wordt dit of dat, ik weet nog niet juist waarnaar toe. Ik zit nog efkes op ne schuppesteel tot ik antwoord krijg.
Al die recent opgerichte initiatieven zitten ‘op een schuppesteel’ omdat de financiering vanuit de Vlaamse overheid sterk teruggeschroefd wordt – niet alleen vanuit Welzijn trouwens – waardoor de peuterspeelpunten niet meer leefbaar zijn. (vlaamsparlement.be)
Met andere woorden, beste mensen, zonder de uitbreiding die door de N-VA gerealisseerd werd, had het OCMW opnieuw op een schuppesteel gezeten. Welke vooruitgang was er dan geboekt? (dessel.n-va.be mei 2009)
2) Hij is aan ’t verhuizen daarom zit hij nu op ne schuppesteel.
Bijgevolg zitten we een beetje op ne schuppesteel. We mogen niet van de kamer en we mogen ook echt geen risico’s nemen met haar immuniteit maar gevoelsmatig voelen we ons niet thuis in het ziekenhuis. (blogspot okt. 2015)
Die campings zitten overvol – in Scandinavië is het nu ook vakantietijd – en als je maar één nacht blijft, zet men je op een ‘schuppesteel’. Nu staan we heel mooi, … (blogspot juli 2016)
iemand een intentie aanwrijven zonder dat hij die uitdrukkelijk heeft geuit. Dikwijls in de uitdrukking ‘het intentieproces maken van’.
Het ging duidelijk om een intentieproces.
Het intentieproces dat bepaalde mensen wilden voeren was slechts gebaseerd op enkele kleine uitspraken in de media.
Ik wil hier geen intentieproces maken van die partij.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.