Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
weinig of schaars voorhanden of aanwezig zijn
zie ook dik lopen
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
ook: niet al te dik lopen
Goei mannen of vrouwen om een deftige relatie mee te starten en om een nieuw gezin mee uit te bouwen, die lopen niet dik. De meeste zijn al verpatst of ze laten zich niet kennen.
in massa aanwezig of voorhanden zijn;
wordt meestal in ontkennende zin gebruikt: dik, niet ~ lopen
vnw: ergens dik lopen: veel voorkomen
Mensen die rode kledij, de modekleur van de winter, dragen, lopen al dik tegenwoordig.
Wandelaars lopen dik nu met dat schoon en zonnig herfstweer.
welgesteld iemand
zie nen dikke
Van Dale 2014 online: gewestelijk
andere betekenis: dikke boer
Die man heeft er goe over nagedacht. Hij heeft zijn bedrijf verkocht en nu is hij nen dikke boer.
grote geleerde woorden
vroeger: woorden van 100 frank
stoefer, dikke nek, gij met uw woorden van honderd euro, ge komt er wijd mee. Ge hebt zelfs het verstand nog niet om op tijd te gaan tanken met de auto. Nu staat ge daar in panne. Awel, lost het maar op met uwe geleerde praat.
zware en grote stenen
VD2014 online: gewestelijk
Stonehenge, man dat zijn serieuze (serieus) dikke stenen die ze daar eeuwen geleden hebben geΓ―nstalleerd.
frequenter, meer
vergrotende trap van dikkels
Dat komt dikkelser voor dan dat ge denkt.
iemand met flink wat kapitaal, iemand die er goed voorzit
zie voorzitten, er goed ~
Die oudste van de Roger is aannemer geworden en dat is tegenwoordig nen dikke zalle!
de fanfare
< kindertaal
Hoort! De toetemannen gaan al uit, ga rap zien!
-
de rijken, de industriΓ«len, de mannen met het geld en de macht
Die groten mannen kunnen hun geld in Luxemburg vastzetten en betalen maar 3% belastingen terwijl het geld van de kleine man 30% tot 45% belast wordt. Ge zou voor minder een nationale betoging organiseren.
de kleine zelfstandige
zie ook uitbaten, uitbaatster
vgl de grote mannen
Voor de kleine uitbater is het moeilijk knokken tegenover de uitbaters van een grote supermarkt of een winkelketen.
De kleine uitbaters. (West-Vlaming 31 Mei 1930; Woordenboek der Nederlandsche Taal).
iedereen
NL: Jan, Piet en Klaas
vergelijk: God en klein Pierke
De regering is geld aan ’t zoeken omdat ze zogezegd moeten besparen. En van waar zou dat geld komen denkt ge? Uit Jan en klein Piereke zijne zak natuurlijk.
βAls opticien kent ze ‘Jan en klein Pierke’ in ’s Gravenwezel, maar ook in Schildeβ, zegt Hanssen. (nieuwsblad.be)
zie ja dag Jan!
.
dat is zeker niet zo, dat moet ge niet geloven, dat is flauwe kul, dat viel tegen
zie teute Gerard
Toekomend jaar stijgen de lonen en zakken de prijzen. Ja dag Jan!
opvliegende kerel, krikkel manneke
zie ook beus
De Jules dat is toch een kwaad beuzeke, bij het minste zit die op zijn paardje (paard, rap op zijn ~ zitten).
> andere betekenis van beuzeke
beethebben, kloten
zie ook gejost zijn
Gaat ge daar een occasie auto kopen? Laat u niet sjarelen he makker, die kent alle trukken van de foor.
Als ge bij den dien iet koopt, garanti dat ge gesjareld zijt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.