Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Het vnw heeft ook deze betekenis: in België ook: pruik, haarstukje.
Maar ik vind daar geen voorbeelden van. Iemand? Streek?
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/02/14/keppe-koosnaam-lievelingetje-slavin/
Welkom Anne Vermoens. Schoon woord. Ik heb er direct enkele voorbeelden bijgezet.
Een plaat, CD, video of DVD opzetten blijkt wel SN te zijn.
Taaladvies:
“In de standaardtaal in het hele taalgebied wordt het werkwoord aanzetten gebruikt in de betekenis ‘een toestel of machine in werking zetten, op gang brengen’. In België wordt opzetten ook vaak in die betekenis gebruikt, maar dat is geen standaardtaal. (…) Opzetten is wel correct in de betekenis ‘draaien, laten afspelen’. (…) De betekenis ‘een toestel uitschakelen of stilzetten’ kan in de standaardtaal uitgedrukt worden door de werkwoorden uitzetten en afzetten.”
Ha, dus opzetten is geen standaardtaal, maar afzetten wel. Grappig.
Ik stel mij nu wel de vraag of er in de voorbeeldzin sprake is van grammatica: gereduceerd lidwoord (d’stal), of van een effectief onzijdige stal. Ik vermoed het eerste, maar misschien is het zo ver gevorderd dat het geslacht effectief veranderd is, zoals ‘fabriek’ ten oosten van de Schelde.
Bedankt voor de zwijnerij, sanderd17! Het zijn woorden die mij allemaal bekend in de oren klinken.
Welkom Henny. Enig idee waar het woord van afgeleid is? Behalve dat carnavalsliedje vind ik er geen goegels van. Misschien nog een andere spelling mogelijk?
Welkom, Jesseken. Schoon woord.
Ik vind ook deez:
Foensj is het plaatselijk dialect voor ‘paddenstoel (afkomstig van het Latijn fungus ’paddenstoel’). (wikipedia – Oetingen)
Ik heb inderdaad zo scheel als nen otter gezien want ik heb gewoon de twee lemma’s van joint door elkaar gemixt. Excuses voor de verwarring.
Tiens, die nummering van oudere versies klopt toch niet of zie ik scheel? De laatste versie van De Bon wordt wel getoond, maar is versie nummer 10, terwijl er al een versie 14 is. Dat heb ik nog nooit gezien.
“Valse lucht” is blijkbaar ook een meer algemeen begrip: valse lucht (door een lek aangezogen). EN het wordt veel in verband met motoren enzo gebruikt. Maar ik weet niet of het samenvalt met uw betekenis.
Maar het is blijkbaar ook in .NL:
“Mogelijk trekt de kachel valse lucht. Indien de brander kamer onbedoelde valse lucht aanzuigt komt de lucht niet door de brander korf.” (biokachels.nl)
Afgelopen weekend is tijdens het poetsen van mijn ruit een stuk eruit geknapt, met als gevolg dat de kachel valse lucht aanzuigt. (kachelforum.nl)
enz.
akrol
Een akrol is een woelmuis of -rat die knaagt aan wortels en bloembollen.
Iemand / vnl. een kind dat altijd ongedurig, onrustig bezig is veelal op onmogelijke plaatsen, niet kan stilzitten, heet men soms een akrol, een woelwater.
Ik denk dat het effectief alleen in W-Vl voorkomt. Het wordt overigens met een verkorte ‘eu’ uitgesproken – vgl. jeuken (lange eu) vs. da jeukt (korte eu) – vandaar de andere spelling ‘jukte’.
zereloper
Een zereloper was iemand die, meestal voor een goed doel geld inzamelde, enigszins vergelijkbaar met gesponsord lopen… nu. Hij was gekleed in fel gekleurde, nauwsluitende narrenkledij en met een zotskap en behangen met belletjes.
Hij liep van deur tot deur en mocht niet stilstaan. In de deuropening bleef hij ter plaatse lopen terwijl hij schudde met een metalen bekertje en wachtte op een aalmoes.
Er waren ook wel eens ’nep-zerelopers op pad.
(ca. 1938-40 Brugs Ommeland/Zwevezele-Hille
“Op trot” is een rubriek in Iedereen Beroemd, dus ik zet het maar op GV.
Welkom Val_Schoo. Enig idee waarvan dat woordje plekoep komt? Ik vind er niet direct goegels van, maar misschien zijn er alternatieve schrijfwijzen?
Gaat het dan over dit: "Een ander element is „de zereloper‟. Hij is de man die tijdens kermissen en andere evenementen of op gewone doordeweekse dagen van dorp naar dorp liep en op die manier geld inzamelde. Het zou gaan om een zekere Van Daele uit Eeklo, die „met zijn kroeske de cafés afliep‟ (libstore.ugent.be)
Of deze: “En dan was er de ‘zereloper’. Dat was een man die nooit mocht stilstaan. Hij liep of huppelde rond tussen de kermisvierders, collectebus in de hand.” (erfgoedaalter.files.wordpress.com)
Dat blijkt inderdaad een afzonderlijke betekenis te zijn waarvoor een apart lemma kan aangemaakt worden. Alhoewel bovenstaande voorbeeldes en de getuigenis van Amafot wel een indicatie geven, ken ik de figuur van de zereloper onvoldoende om het lemma aan te maken. Dus Amafot, gaat uw gangen…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.