Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    snijder

    Dit is slechts 1 definitie voor "snijder." Bekijk alle definities.

    snijder
    (de ~, ~s, m zst nw)

    diamantsnijder
    ook vrouwen die dit onderdeel van de diamantbewerking uitvoerden werden in de Antwerpse Kempen “snijder” genoemd. Uitspraak: /snaar/, ook /snaaër/

    zie ook diamantkliever, kruiswerker, briljanteerder

    Ons moeder was ne snijder.

    10 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Marcus en laatst gewijzigd door fansy (23 Jul 2021 10:54)

    👍
    242

    Reacties

    Mijn zuster tekende de diamant voor het naar de klievers ging. Mijn schoonbroer was ne zager.

    Ne snijder is dat hetzelfde als een kliever of ne zager? Of is dat nog iets anders?

    Toegevoegd door fansy op 24 Feb 2014 13:49

    klieven en zagen

    Dan was uw zuster een heel bekwame madam, want klieven (of kloven) is een hele kunst. Het komt er hierbij op aan om de ruwe diamant met de hand te splijten in bewerkbare delen waarbij de natuurlijke structuur van de diamant (de “was”) gevolgd wordt. Vergelijk het met het klieven van een blok hout. Niet alle diamant kan zo verdeeld worden en dan gaat men hem in stukjes zagen.De bewerkbare stukjes brut worden dan eerst door de snijder een ronde vorm gegeven, waarna hij dan kan geslepen worden. Er zijn dus verschillende bewerkers in de keten: kliever of zager, snijder en slijper. Vroeger werd de steen voor het slijpen nog met een soort soldeersel op een dop geplaatst – een “solduurdop” – door een “verstelder”, maar die techniek behoort tot de technologische prehistorie. Dit is het dan in een notedop voor wat ik er van weet.

    Toegevoegd door Marcus op 24 Feb 2014 20:54

    Alles wat ik van de branche weet is het verhaal van een verkoper in een diamantzaak die ervandoor ging met de hele voorraad ‘steentjes’.
    In een boterhamdoos.
    Naar een warm land.

    Toegevoegd door LeGrognard op 24 Feb 2014 22:43

    fansy, een kameraad van mijn vader was een kliever en dat is, zoals Marcus zei, niet hetzelfde als zager of snijder. Het is bovendien Vlaams, want in Nederland is het diamantklover. Voer het gerust in.

    Toegevoegd door de Bon op 25 Feb 2014 19:47

    Ik bevind mij tussen diamantairs.

    Toegevoegd door LeGrognard op 25 Feb 2014 20:02

    mijn beste Grognard,

    diamantairs zijn zakenlieden die in diamant handelen, meestal geslepen diamant die reeds gemonteerd is in juwelen zoals ringen, oorringen, halskettingen… Klievers, zagers,snijders, verstelders en slijpers waren werklie die vroeger in miserabele omstandigheden de steentjes moesten polijsten die later het lichaam van rijke madammen zouden versieren. De slijperijen of “fabrieken” zoals ze meestal genoemd werden waren meestal miserabele betonnen hokken, verwarmd met een kolenkacheltje, en zonder enige vorm van modern sanitair. Er was geen afzuigsysteem (gelieve geen grapjes te maken please) en heel wat slijpers zijn gestorven aan stoflong voor ze gepensioneerd geraakten. Mensen moesten hun eigen “inschrijvingsgeld” betalen, zoals dat toen genoemd werd, dat wil zeggen: de baas verhaalde hun sociale zekerheid op de lonen. En dat heeft geduurd tot in de jaren zeventig. Toen de boel “geregulariseerd” werd stierf de diamantnijverheid grotendeels uit en verdween ze naar India en Zuid Afrika, waar, zoals bekend, de werklie ook echte “diamantairs” zijn. Wat er van overschiet in Antwerpen is niet veel, het is vooral specialistenwerk, echte toptechnologie. Maar diamant bewerken is al lang niets meer voor gewone arbeiders in de Kempen.

    Toegevoegd door Marcus op 26 Feb 2014 02:13

    Dat hebben de Kempen en de Limburg gemeen: een ter ziele gegane nijverheidstak of industrie. In beide gevallen hebben de arbeiders er vooral een stoflong aan overgehouden. In beide gevallen behoort een uitgebreid vakjargon tot het erfgoed. En in beide gevallen wordt er met veel respect en fierheid op teruggekeken en over gesproken, want iedereen in de streek had wel iemand in de familie die er zijn boterham mee verdiende. In beide gevallen is de grondstof hetzelfde: koolstof.

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 26 Feb 2014 07:22

    Maak er een week van en we zwijgen erover ;)

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 26 Feb 2014 19:34

    Ik kan der niks op zeggen want ik zou me vandaag gedeist houden. En dat is nu al een week geworden.
    Met aftrek, dan zijn we quitte.

    Toegevoegd door LeGrognard op 26 Feb 2014 21:10

    http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/volwassenenonderwijs/secundair-volwassenenonderwijs/diamantbewerking/files/003_Diamantsnijder.pdf

    Toegevoegd door fansy op 27 Feb 2014 05:07

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.