Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de cichorei fabriek Verburgh heette in Roeselare de Frutfabriek
Op de Nieuwmarkt had iemand als lapnaam Paksgie =(klein pakje) Frut
Elke dag kwamen we voorbij de frutfabriek en maakten we weer een verse sjieke.
een bijnaam – vooral bij mensen van de Nieuwmarkt in Roeselare
zie boek Peegie van Willem Denys
zie bij frutfabriek – Paksgie Frut
VD2013 online: gewestelijk
Het is bij Paksgie Frut dat ge moet zijn , hij maakt de goedkoopste doodskisten, waar hij de stiel geleerd heeft kan ik niet zeggen.
vleier, slijmer, een persoon die te vriendelijk is, een zeembaard
Ne zeembaard dat die vent is, de zeem liep er zo af.
Van zemers en luchtkastelen, krijgen we geen brood op de plank, aan het werk nu.
vagina (vulgair)
preute
Van Dale 2005:
6. (volkstaal) vrouwelijk schaamdeel
Dat vrouwmens stinkt. Ze heeft een vuil prut.
lievelingske (pejoratief)
variant Antw.: febbe, febbekak, feb, febbeke
Kempen: flepke
Lowieke is het bebbeke van de meester.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.