Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een handjevol of een hoopje. Meestal uitgesproken als hafelke.
Voor den TV eet ik graag nog een hafelke apenootjes of chips.
- een huishouden waar niet de minste orde is
- door elkaar
- Het ligt daar toch altijd wiesterkapeele.
- Ik had mijn puzzel bijna klaar en nu heb jij ze weer allemaal door elkaar geschoven. Ze liggen nu weer allemaal wiesterkapeele.
weg, gaan lopen, de pist in zijn
vgl. repen snijen
Mijne porteful? Ze zijn de voor op dermee, die zie ik nie meer terug.
Zogauw hij door had dat wij zijn spelleke niet wilden meespelen, draaide hij zijn vaase (vas) en was hij de voor op.
kinderwagen, ‘buggy’, charet, sieze
ook in Limburg
Hageland: cherret
in Antw. voituur, voor een groter kind: poussette
De vier maanden oude baby lag te kraaien in zijn charrette, en dit tot groot jolijt van alle aanwezige familieleden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.