Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
fricassee is een breed culinair begrip, maar de Vlaamse fricassee heeft toch typische kenmerken: stoofvlees, gehaktballekes, championnen in de redelijk gedikte saus, … (zie recepten op het internet)
fricassee («Frans)
de -woord (vrouwelijk) fricassees
vooral Zuid-Nederlands
1. fijn gesneden stukjes (kalfs)vlees van de borst of de schouder; ragoutvlees;
2. gerecht van in stukjes gesneden en in (room)saus gestoofd vlees; ragout, vleesragout ’(http://www.woorden.org/woord/fricassee)
Van Dale:fricassee
de (v.); -ën
(1688-1696) <Fr. fricassée
1. gerecht van fijn gehakt vlees met pikante saus
2.schotel met verschillende spijzen
Vandaag eten we patatten met fricassee en appelspijs.
iemand die constant eet, neiging tot boulimie
men noemt soms iemand “een fretzak”, bij voortdurend zagen… tot men iets bekomt
-
In frennen hangen, goe zat zijn
Hij heeft heel de nacht gezopen en hangt in frennen aan den toog.
kalf
/’m.e t.e/
Hageland: meutteke (altijd verkleinwoord)
ook pejoratief (meutte: lomperik)
Naast de koeien staan er ook veel meuttes in de wei.
dierenkoopman, vooral kalveren
bij Cornelissen ‘meuttentuischer’
< meutte + tuischer < tuischen = handel drijven “Hij tuis(ch)t in oû pèèrden” (oude paarden) (Corn.-Vervliet 1903)
Die muettekesteusser met zijn zwarte jas is gisteren al naar het kalfje komen kijken maar zijn bod was te laag.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
