Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de lieveling van iemand
zie ook: febbe, febbekak, keppekindje, kakkelatje, flebbeke
Hij is het fleppeke van de juffrouw.
flauwvallen
zie ook: sus, van zijne ~ vallen, sies, van zijne ~ vallen
Vroeger had ik lage bloeddruk en dan kon het gebeuren dat ik van mijne klot viel.
Een handjevol of een hoopje. Meestal uitgesproken als hafelke.
Voor den TV eet ik graag nog een hafelke apenootjes of chips.
handvol
Maasland: hampel
Oost-Vl.: affel
Waasland: hafeltje
Ik zal de schapen maar rap een hamfel hooi geven, want ze zijn aan’t mekkeren.
Geeft mij eens een hamfel beullekes (snoepjes)
handvol, zoveel als in een hand past
’k Ging nor den bogaerd en kwam mee een affel noten trug
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.