Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
geprikkeld, kribbig, geprikkeld, krikkel
vgl. ook kramikkel – krammikkelig; kramakkel(acht)(ig)- krammakkelijk – kramakkel
van een andere orde: kaduuk – kadukelijk
Ik word er krikkelig van als gij altijd maar kramikkelig zegt in de plaats van kramikkel. Uw taal is echt kramakkelijk.
gammel, krammikig, krammikkelig, kramakkel(acht)(ig)
ook van een persoon of dier: sukkelend, moeizaam, onstabiel
WNT:
Kramakkelijk, (Vl.-België) sukkelend, gebrekkig, gammel.
“Als hij thuis kwam moest hij zijn moeder helpen, die meer en meer kramakkelijk werd”. De Meyere R. Schavak (1909).
Die stoel was zo krammakkelijk dat ik er niet op dierf gaan zitten.
gammel, sukkelend, aftands
vgl. kramikkelig of krammikkelig, krammakkelijk
WNT:
Modern lemma: kramachel
— KRAMAKKEL —, bnw.
Sukkelig, ziekelijk.
“Zijn voertuig … was een kramakkelachtig gereedschap” J. V. Rijswijck
“Wat begint dat oud manneken kramachel te worden” Schuerm.1865-1870).
Ze waren met hun kramakkel autootje toch tot in Bretagne geraakt. Daar had het de geest gegeven.
vensterbank
rijchel is couranter in Antwerpen, maar tablette wordt ook gebruikt
De draperies hangen just op de tablet.
verbouwereerd
Hij stond daar maar versutseld te kijken als hij op het matje geroepen werd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.