Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
emmer, ketel
zie aker
Geef mij ne keer dien aker, ton ga’k hem mee petatten vullen.
penis
Zeg Griet, moede ne keer wa weten? Tom ee mij zijnen dees getoond!
eventjes
zie ook: reskes
WNT: Modern lemma: reizekens
bijw. Van reis met den dim.-uitgang -ken en de adverbiale -s. Evenals van het grondwoord komen vele bijvormen voor, b.v. reiskens, reskens, riskens, rezzekens, reidzekes, reidzekies. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
Mor wacht toch ne kur rezzekes !
(Maar wacht toch eens (ne keer) eventjes!)
slenteren, treuzelen, niet vooruitkomen
Maar kom ne keer voort, je moet niet zo trutselen, je gaat nog te laat komen in ’t laatste oordeel.
Eens, ooit.
Uitspraak varieert van ne kijr tot ne kier.
Veel gebruikte omschrijving van eens, ooit. Ook in het Waals Frans is deze uitdrukking opgenomen. (Va voir une fois – Va voir un peu – Ga eens kijken)
Hetzelfde als keer en ke.
Ga ne keer uit mijne schietlap.
De Jean heeft ne keer in ene keer vijf hard gekookte eiren in zijne mond gestoken.
’k Ga dat subiet ne keer doen.
Dat moet ge nu ne keer proberen se! Dan gaat ge eens wat meemaken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.