Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
den boom in kunnen, eraan hangen
Eerst woude dat ik de kamer schilderde, dan moest ik ze behangen en nu zou ik ze weer moeten schilderen? Weet ge, ge kunt er es rond za gij!
Hij kan er es farm rond! Voor 100€ verkoopt ze die nieuw winterbanden zeker ni aan hem.
Term voor een stronkje of kropje witloof, gebruikelijker in Vlaanderen dan in Nederland
In alle regio’s bekend?
Snij twee pijltjes witloof in smalle reepjes en meng ze onder de rest van de salade; gebruik smeertofu als dressing.
Stoom vier witloofpijltjes in hun geheel, strooi er wat foelie over en overgiet ze met een weing sojaroom. Lekker bij varkenspetatjes!
Jeroen Meus: “Een paar pijltjes witloof in twee snijden …”
prutser
ook in de Kempen
Die foefelaar is aan mijn auto aan werken geweest en mijn handrem werkt helemaal niet meer.
1) zeg je bv. tegen iemand, wanneer je zijn/haar naam plots bent vergeten.
zie ook: dinges, dinge
2) kan evengoed betekenen: een klein iets, een prulletje, een stukje, enz…
1) Hela, dingske! Luister ne keer!
Dingske dink, euh …, hoe is uwe naam nu weer?
2) Raap ‘s da’ dingske op de grond op, a.u.b.
lief ding
meestal gebruikt in de vorm van verkleinwoord
ook in de Kempen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.