Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gezien worden, beschouwd worden (als)
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Zij had tot aandenken van haar man zaliger een kerkraam gegeven en ging door als een mild en menslievend karakter. (Filip de Pillecyn)
En moet dat doorgaan als pistolet? Ge kunt hem in uwen holle tand steken!
schuim, meestal op de mond of van gekookte of bedorven vloeistoffen
zie ook: broem, brom
ook in Antwerpen ‘broes’, maar daar is het woord mannelijk
Herenthout: proes (niet te verwarren met proes als poepgelei)
WNT: Broes
In verschillende gewesten: Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Overijsel, Groningen, en ook wel in Holland
bekend voor: Schuim, meestal dat op den mond van razende menschen of dieren, doch ook wel dat op ”verschgetond” bier, soep en andere (gekookte) vloeibare spijzen of op stilstaand water (SCHUERM. (1865-1870); CORNELISSEN;
Onze Volkst. 2, 214 a; 3, 146 b; GALLÉE 7 b; DRAAYER 7 a; MOLEMA 58 b, 508 b ). In denzelfden zin ook broesem of brösem (Overijsel, Groningen, West-Vlaanderen: MOLEMA 59 b, 508 b ).
“Op sommige stilstaande waters leet er ’ne vuilen broes.” Cornelissen 1899
Het broes stond op zijn lippen, zo colèrig was hij.
Het broes op de soep leeft en het broes in de gracht stinkt.
Houd de gelei goed in ’t oog en schep op tijd de proes eraf.
Vers kieken moet ge eerst goe wassen voor dat ge er bouillon van maakt, anders krijgt ge vieze proes op de soep.
schuim, meestal op de mond of van gekookte of bedorven vloeistoffen
zie ook: broem, brom
ook in Antwerpen ‘broes’, maar daar is het woord mannelijk
Herenthout: proes (niet te verwarren met proes als poepgelei)
WNT: Broes
In verschillende gewesten: Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Overijsel, Groningen, en ook wel in Holland
bekend voor: Schuim, meestal dat op den mond van razende menschen of dieren, doch ook wel dat op ”verschgetond” bier, soep en andere (gekookte) vloeibare spijzen of op stilstaand water (SCHUERM. (1865-1870); CORNELISSEN;
Onze Volkst. 2, 214 a; 3, 146 b; GALLÉE 7 b; DRAAYER 7 a; MOLEMA 58 b, 508 b ). In denzelfden zin ook broesem of brösem (Overijsel, Groningen, West-Vlaanderen: MOLEMA 59 b, 508 b ).
Het broes stond op zijn lippen, zo colèrig was hij.
Het broes op de soep leeft en het broes in de gracht stinkt.
Houd de gelei goed in ’t oog en schep op tijd de proes eraf.
Vers kieken moet ge eerst goe wassen voor dat ge er bouillon van maakt, anders krijgt ge vieze proes op de soep.
slordig, slonzig, vuil iemand
WNT: znw. vr. Waarschijnlijk een gerekte vorm bij Slodder, verg. slavendel, slavetse en slavots. Daarnaast slavedder (corn.-vervl.).
— Slordige, luie of zedelooze vrouw, slons, slet, straatslierster. Gewest. in Z.-Ndl. (tuerl.; rutten (1890); corn.-vervl.).
vgl. slavoteren
Wat een slavodder zedde gij? Met uw vuil handen aan ’t tafel komen eten!
Dat is een echte slavodder zoals die erbij loopt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.