Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    vogelenschrik
    (de ~, (m.), ~ken)

    vogelverschrikker
    zie ook: mussenschrik

    zie ook schuwe

    Een vogelenschrik is een pop gemaakt van riet vastgebonden aan een houten constructie in kruisvorm, waarover kleding getrokken is. Dit dient om vogels in graanvelden af te schrikken, zodat de juist gezaaide zaden niet opgeten worden.

    In het verhaal: ‘de tovenaar van Oz’, kwam Dorothy een levende vogelenschrik tegen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 06 Aug 2016 12:33
    0 reactie(s)

    schuwe
    (zn. m. ~n)

    - vreemd ogende eenzaat, een guur figuur,…
    - een schrikwekkend, raar iemand
    - vogelenschrik, mussenschrik (in de Antwerpse Kempen)

    varianten: schouwe, schaawe

    Dat is ne schouwe daar, die zit al heel den avond op den hoek van den toog onder zijnen hoed door te kijken.

    De schaawe in de wei dient om de vogels af te schrikken, maar ze gebruiken zijn uitstekende armen en hoofd als land- en zitplaats. (Antwerpse kempen)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Aug 2016 12:32
    15 reactie(s)

    schuwe
    (zn. m. ~n)

    - vreemd ogende eenzaat, een guur figuur,…
    - een schrikwekkend, raar iemand
    - vogelenschrik, mussenschrik (in de Antwerpse Kempen)

    varianten: schouwe, schaawe

    Dat is ne schouwe daar, die zit al heel den avond op den hoek van den toog onder zijnen hoed door te kijken.

    De schaawe in de wei dient om de vogels af te schrikken, maar ze gebruiken zijn uitstekende armen en hoofd als land- en zitplaats.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Aug 2016 12:31
    15 reactie(s)

    pottekarree
    (de ~ (v.), ~s)

    aardewerk

    WNT:Modern lemma: pottekarie
    POTTEKARIJ, POTTEKARREE —, znw. vr.
    Volgens Vercoullie ontstaan uit apothekerie, onder invloed van pot; vergelijk engels (verouderd en dialect) pothecary en verder middelnederlands ‘pottecarijs’, drogist, apotheker, en ‘pottekarine’, pottenwinkel of pottenbakkerij (opgave uit de 18de eeuw voor Vlaanderen).
    < Aardewerk, potten en pannen (De Bo (1873); Cornelissen-Vervliet; Joos (1900-1904).

    ook pottecaree

    Bloempotten en al dien andere pottekarree uit de kelder ligt nu op het containerpark.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 06 Aug 2016 00:56
    0 reactie(s)

    stoefer
    (de (m.), ~s)

    opschepper, die groot gaat op zichzelf, stoefkont
    diminutief stoeferke

    W.-Vl. ook: boffer

    Als die aan het vertellen is, is het altijd over ‘ik dit’, ‘ik dat..’, het is n echte stoefer.

    Hela stoeferke, komt ge uwe nieuwe auto showen?

    Van klagers geen nood, van stoefers geen brood!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Aug 2016 00:00
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.