Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    maneuver
    (de ~ (m.), ~s)

    ongeschoolde werkman;
    regio Gent: in de bouwwereld werd dit gebruikt om iemand te duiden die een soort metsersknaap/diender was, maar met meer vakkennis

    < Frans: main d’oeuvre: handlanger, di. die een hand langde, toestak: de derde hand aan mijn lijf

    Hij is maneuver bij dien aannemer.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2016 18:04
    0 reactie(s)

    genuchten, bonen van
    (vaste woordverbinding)

    grote witte bonen, ook boerenteen, pronkboon genoemd; het zijn de zaden van een pronkboonsoort
    wetenschappelijke naam: Phaseolus coccineus

    < “Boonen van genuchten zijn ‘een soort van groote boonen, wit of gekleurd, die overvloedig bloeien, maar in evenredigheid niet veel opbrengen. Vandaar de rijmspreuk: Boonen van genuchten: Veel bloemen, maar weinig vruchten’” (P.J. Cornelissen en J.-B. Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch (1899))

    < genuchte is een spellingsvariant van genugte en betekende genot, genoegen, vreugde (WNT)

    zie ook bonen van genuchten

    “… in het proper tuintje stonden aangename geuren van boonen van genuchten.” (Felix Timmermans, Het Kindeken Jezus in Vlaanderen (1917))

    " … ik plant de helft snijbonen en de andere helft dikke soepbonen hier worden ze bonen van geneugten genoemd, in het begin is het nodig de boonranken te begeleiden, kloksgewijs rond de koorden draaien." (tuinadvies.be – gepost door iemand uit Mol)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2016 16:23
    0 reactie(s)

    bonen van genuchten
    (vaste woordverbinding)

    grote witte bonen, ook boerenteen genoemd, wetenschappelijke naam Phaseolus vulgaris

    Letterlijke vertaling: bonen van genot, bonen om van te genieten

    VMNW: ghenoechte, genuchte: Oudste attestatie: Brabant-West, 1265-1270
    MNW: genuechte, genuchte, genoechte: ndl. slechts bewaard in den vorm geneugt(e). Kil. ghenoegte: genoegen, vermaak, tevredenheid, genoegzame voorraad, toereikende maat.
    WNT: genugte, genuchte: genot, vreugde, welgevallen. Thans alleen nog in den hoogeren, vooral in dichterlijken stijl.
    Geneugte en genugte zijn nauw verwant maar in oorsprong niet geheel hetzelfde.

    zie ook genuchten, bonen van

    “Vader was het sterkst in het telen van bonen. De z.g. ‘boerentenen’ of ‘bonen van genuchten’, waren zijn specialiteit. Niemand kon dat beter dan hij.” (http://users.skynet.be/jef.vermeiren/18-40.html)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2016 16:22
    6 reactie(s)

    genuchten, bonen van
    (vaste woordverbinding)

    grote witte bonen, ook boerenteen, pronkboon genoemd; het zijn de zaden van een pronkboonsoort
    wetenschappelijke naam: Phaseolus coccineus

    < Boonen van genuchten zijn ‘een soort van groote boonen, wit of gekleurd, die overvloedig bloeien, maar in evenredigheid niet veel opbrengen. Vandaar de rijmspreuk: Boonen van genuchten: Veel bloemen, maar weinig vruchten’ (P.J. Cornelissen en J.-B. Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch (1899))

    < genuchte is een spellingsvariant van genugte en betekende genot, genoegen, vreugde (WNT)

    zie ook bonen van genuchten

    “… in het proper tuintje stonden aangename geuren van boonen van genuchten.” (Felix Timmermans, Het Kindeken Jezus in Vlaanderen (1917))

    " … ik plant de helft snijbonen en de andere helft dikke soepbonen hier worden ze bonen van geneugten genoemd, in het begin is het nodig de boonranken te begeleiden, kloksgewijs rond de koorden draaien." (tuinadvies.be – gepost door iemand uit Mol)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2016 16:20
    0 reactie(s)

    genuchten, bonen van
    (vaste woordverbinding)

    grote witte bonen, ook boerenteen, pronkboon genoemd; het zijn de zaden van een pronkboonsoort
    wetenschappelijke naam: Phaseolus coccineus

    < Boonen van genuchten zijn ‘een soort van groote boonen, wit of gekleurd, die overvloedig bloeien, maar in evenredigheid niet veel opbrengen. Vandaar de rijmspreuk: Boonen van genuchten: Veel bloemen, maar weinig vruchten’ (P.J. Cornelissen en J.-B. Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch (1899))

    < genuchte is een spellingsvariant van genugte en betekende genot, genoegen, vreugde (WNT)

    zie ook bonen van genuchten

    “… in het proper tuintje stonden aangename geuren van boonen van genuchten.” (Felix Timmermans, Het Kindeken Jezus in Vlaanderen (1917))

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2016 16:11
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.