Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die plafonneert, stukadoor, plekker voor de blafon];
verbasterd tot blafonneur
VD2014 online: gewestelijk
zie ook plafonneerder, bezetter, plakker
De plafonneur heeft schoon werk afgeleverd. Hij had een leerling-blafonneur bij.
een maximum (bv. bedrag, loon, aantal, …) vaststellen
Subsidies worden meestal geplafonneerd.
DeMorgen.be: ‘Het loon van de CEO’s zou kunnen worden geplafonneerd op bijvoorbeeld 20 keer het mediaanloon bij het bedrijf’
demorgen.be: Berlijn plafonneert huurprijzen: “We willen geen toestanden zoals in Londen of Parijs”
wielerterm maar kan ook evt. in andere omstandigheden: aan zijn plafond zitten (plafond, aan zijn ~ zitten), niet beter kunnen
Michel Wuyts in de koers vanmiddag: “Tankin (=naam wielrenner) plafonneert, dames en heren. Hij kan niet meer aansluiten…”
beplaasteren, stukadoren, gipswerk, bekalken/kalken van de zoldering, kroonlijsten of moulures aanbrengen
afl. plafonneur
< Frans: plafonner
Nog twee kamers moest hij blafonneren. Die zijn overgeschoten. Wanneer gaan we dien bezetter terug zien?
de rijken, de industriƫlen, de mannen met het geld en de macht
Die groten mannen kunnen hun geld in Luxemburg vastzetten en betalen maar 3% belastingen terwijl het geld van de kleine man 30% tot 45% belast wordt. Ge zou voor minder een nationale betoging organiseren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.