Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
plank met nog wat schors aan, buitenste planken van een verzaagde boom
We hemme in den hof een kot gezet met schuilebet, een betteren kot zoals ge zegt! We gaan het nog wat taren voor de stevigheid.
Maandag na Driekoningen.
< herkomst onduidelijk. Waarschijnlijk komt verloren maandag van ‘verzworen’ maandag. Zie reacties.
Van Dale 2016:
verloren maandag
koppermaandag
Het behoort tot de traditie om in de provincie Antwerpen op verloren maandag worstenbrood te eten.
Een oneffen of ruwe plamuur op de buitenmuur, in het Duits “Putz” genoemd en daar ook veel toegepast, in plaats van de bekende Belgische baksteen. Komt voor in verschillende kleuren, vooral beige en andere lichte tinten.
Crepi kan ook aangebracht worden op binnenmuren.
VD2013 online: crepi Belgisch-Nederlands: pleisterkalk
De regenafvoer van het dak is niet goed aangelegd; er zijn bruine vochtvlekken op de crepie.
Ik ben met mijn auto tegen de muur gereden en nu is de crepie daar gebarsten. Ze gaan dat moeten opvullen.
kinderen van lage leeftijd (kleuters en peuters);
kinderen in het algemeen
Zolang ze in de klein manne zitten, gaan ze geen verre reizen maken.
“En de klein mannen? Hoe is ’t daar mee? Zijn ze naar ’t school vandaag? Dat is maar best, ja. Daar kunnen ze hun eigen toch wat verzetten.” (Leo Pleysier, Wit is altijd schoon (1989)
“Want normaal gezien had ze altijd een rosbief in de koelkast liggen maar die was er gisteren aan gegaan omdat tante en nonkel met hun zeven klein mannen waren langsgekomen …” (Guillaume Van der Stighelen, Echt)
“Straks wonen we met drie in mijn appartement en laat Kalinka ineens nog een stuk of drie klein mannen met pelsen frakken overkomen uit Leningrad!” (Lynn Fontaine, Gebroken wit)
“Urbanus vindt wel dat hij voor kinderen meer zijn best moet doen. “Die klein mannen lachen niet uit beleefdheid…” (deredactie.be)
“Ik heb geleerd dat ik geen vent of klein mannen moet hebben…” (Natalia, clint.be)
kinderen van lage leeftijd (kleuters en peuters);
kinderen in het algemeen
Zolang ze in de klein manne zitten, gaan ze geen verre reizen maken.
“En de klein mannen? Hoe is ’t daar mee? Zijn ze naar ’t school vandaag? Dat is maar best, ja. Daar kunnen ze hun eigen toch wat verzetten.” (Leo Pleysier, Wit is altijd schoon (1989)
“Want normaal gezien had ze altijd een rosbief in de koelkast liggen maar die was er gisteren aan gegaan omdat tante en nonkel met hun zeven klein mannen waren langsgekomen …” (Guillaume Van der Stighelen, Echt)
“Straks wonen we met drie in mijn appartement en laat Kalinka ineens nog een stuk of drie klein mannen met pelsen frakken overkomen uit Leningrad!” (Lynn Fontaine, Gebroken wit)
“Urbanus vindt wel dat hij voor kinderen meer zijn best moet doen. “Die klein mannen lachen niet uit beleefdheid…” (deredactie.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.