Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
flauwvallen, bewusteloos, in zwijm vallen, van zijne center vallen
WNT: van zijn stek vallen.
In de oorspronkelijke, reeds in het Middelnederlands bekende en nog thans in Zuid-Nederland gewone betekenis: Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen.
Van zijne(n) stek zijn, van zijne(n) stek geraken, niet in zijnen gewonen toestand zijn, onpasselijk worden, Cornelissen-Vervliet.
zie ook klot, van zijne ~ vallen,
vallen, van zijnzelve ~,
sus, van zijne ~ draaien,
sus, van zijne ~ vallen
’s Morgens moet ge goed eten, anders kunt ge van uwe stek vallen.
neergooien, neerwerpen
Gooi die stek daal, kind, da’s vies, bah! Ge gaat u begaaien!
vallen, neergaan, ten val komen
De man stak de straat over en ineens ging hij daal, midden op de weg!
Zie maar dat ge niet daalgaat, met uw zotte toeren!
dat kan me geen zier schelen; dat doet me niets;
Van Dale:
•geen zier
helemaal niets
het kan mij geen zier schelen
Of dat je nu geliek hèt of nie, da kan mien gin zier schillen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.