Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    Glazen Straatje
    (bijnaam)

    het Glazen Straatje is een galerij met een glazen dak in Gent. De officiële naam is Pieter Vanderdoncktdoorgang. Het straatje telt 56 panden en is vooral bekend door zijn raamprostitutie.

    Klik op de afbeelding
    Glazenstraat Gent

    “Het Glazen Straatje staat om 2 dingen bekend. Ze staat op de lijst van beschermd erfgoed en ze staat bekend om de prostituees die achter het glas staan. Deze met glas overdekte passage is een echte bezienswaardigheid. Dat de meisjes achter het glas je vriendelijk toelachen is dan ook mooi meegenomen.” (youropi.com)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Dec 2016 13:37
    2 reactie(s)

    Geel
    (begrip)

    ’t zothuis

    VD2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel

    De geprezen documentaire reeks ‘Geel’ over de open psychiatrische instelling van Geel begint in de generiek met de vermelding dat Geel als synoniem voor zothuis gebruikt wordt. Waarschijnlijk omdat het destijds de enige plaats was waar ‘de zotten’ zichtbaar in het openbaar leven waren. Wij gebruikten het in ieder geval als kind. Nu nog.

    Zie ook: met de witte paardjes wegbrengen
    Belgische bijnamen van plaatsen

    Die komt van Geel zeker? Gelijk als die tekeer gaat.

    Anderlecht de beste ploeg? Jongeske, ge weet niet wat dat ge zegt. Ge zoudt beter naar Geel gaan.

    ‘Als ge nu niet braaf gaat zijn stuur ik u naar Geel’
    (Zou 50 jaar geleden een ouder berispend tegen zijn kind gezegd kunnen hebben. Psychiatrie was onbegrepen en stond synoniem met iets dat vreemd en beangstigend was.)

    Tegen iemand die raar, spastisch of gestoord doet, al of niet voor te lachen, wordt wel eens gezegd: “Sinds wanneer hebben ze u in Geel losgelaten?” of “Gij zijt precies losgelaten uit Geel” of “Wanneer moest gij in Geel terug binnen?”

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Dec 2016 13:24
    6 reactie(s)

    klein mannen
    (uitdr.)

    kinderen van lage leeftijd (kleuters en peuters)

    Zolang ze in de klein manne zitten, gaan ze geen verre reizen maken.

    “En de klein mannen? Hoe is ’t daar mee? Zijn ze naar ’t school vandaag? Dat is maar best, ja. Daar kunnen ze hun eigen toch wat verzetten.” (Leo Pleysier, Wit is altijd schoon (1989)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Dec 2016 13:08
    0 reactie(s)

    wegsteken
    (ww. stak weg, weggestoken)

    opbergen, verbergen

    wederk. zich wegsteken, zijn eigen wegsteken: zich verbergen (ook fig.)

    ook fig.: verdriet, emoties, … wegsteken (niet tonen)
    zie ook steken

    volgens Van Dale 1995 en vrt taal.net enkel voor iets in uw zak steken: bv. uw portefeuille wegsteken
    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands

    woorden.org: …2 Zuid-Nederlands opbergen; verbergen, verstoppen; 3 Zuid-Nederlands niet laten blijken, maskeren; zich wegsteken a) zich verbergen, wegkruipen; b) zich verschuilen, zijn gedachten, opvattingen e.d. verbergen…

    Ik zal de koeken maar goed wegsteken want als ons Rita met de klein mannen straks op bezoek komen zijn die er direct mee weg.

    Ik vind de sleutels nergens. Waar hebt ge die weggestoken?

    Als de Jean op bezoek komt, steekt den hond zijn eigen elkeskeer achter de zetel weg. Hij heeft er een heilige schrik van.

    Als dokter steekt hij zijn eigen weg achter de zogenaamde zwijgplicht, maar hij weet volgens mij goed genoeg hoe de vork in de steel zit.

    Ik heb haar gisteren gezien en alhoewel ze zei dat het wel ging kon ze haar verdriet toch niet wegsteken. Het is dan ook allemaal nog niet zo lang gebeurd, hé.

    Die druggebruiker hier in ’t straat, hebben ze onlangs weggestoken in Geel of waar dan ook.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Dec 2016 13:04
    1 reactie(s)

    moef
    (de ~ (v.), ~fen)

    1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
    2) slecht gehumeurd persoon

    synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)

    < Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is

    WNT: zuidnederlands moef
    Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: vergelijk bij De Bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij Cornelissen-Vervliet ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.

    zie ook: moenk, moeften

    1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?

    2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Dec 2016 12:53
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.