Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    wareren
    (ww. wareerde, gewareerd)

    doelloos rondlopen, ronddwalen

    WNT: wareren: waarschijnlijk naar analogie met gelijkaardige woorden op -eeren. Gewestelijk in Vlaams-België.

    zie ook rondwareren

    Die hond wareert hier nu weeral. Hij is verloren gelopen zeker?

    “Er wareert eene bende dieven in die streek”, De Bo (1873).

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 21:58
    3 reactie(s)

    chiclet
    (de ~ (m.), ~s/~ten)

    kauwgom

    herkomst: Chiclets is een merknaam. Na de Tweede Wereldoorlog brachten de Amerikaanse soldaten chewing gum mee. De dunne reepjes waren gemaakt van chicle, een boomsap dat de Maya’s reeds kauwden.

    Klik op de afbeelding
    Promotional Chiclets
    Kauwgom van het merk Chiclets

    zie ook tuttefrut, sjik, sjiek, sjiekkelitte

    Gooi uwe chicklet liever in de vuilbak in plaats van er de stoep mee te begaaien.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 15:55
    8 reactie(s)

    chiclet
    (de ~ (m.), ~s/~ten)

    kauwgom

    herkomst: Chiclets is een merknaam. Na de Tweede Wereldoorlog brachten de Amerikaanse soldaten chewing gum mee. De dunne reepjes waren gemaakt van chicle, een boomsap dat de Maya’s reeds kauwden.

    Klik op de afbeelding
    Promotional Chiclets
    Kauwgom van het merk Chiclets

    zie ook tuttefrut, sjik, sjiek, sjiekkelitte

    Gooi uwe chicklet liever in de vuilbak in plaats van er de stoep mee te begaaien.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 15:54
    8 reactie(s)

    kassei
    (de ~ (v./m.), ~en, ~s)

    straatsteen, kinderkopke

    Van Dale: kassei
    1300 ‘straat­weg, straatsteen’ < Pi­car­disch cauchee (Frans chaussée)

    zie ook kasseiweg

    Mijn armen doen zeer van te veel op kasseien te fietsen.

    Als ge met dees regenweer de kasseis gaat doen, past op dat ge met uwe velo er ni van onderuit schuift.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 13:11
    5 reactie(s)

    pik à pik zijn
    (uitdr.)

    op gespannen voet staan, wrokkig zijn

    VD2015 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    WNT: Gewestelijk in Antwerpen en Zuid-Brabant: pik a pik (als bijvorm van piek a piek), met wederzijdschen wrok, met verbittering.
    “’t Is pik a pik met die twee mannen”, er bestaat van weerskanten wrok, Cornelissen-Vervliet (1899)

    Hij is pik à pik met zijne gebuur. Die mag een veranda zetten en hij krijgt geen bouwtoelating.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 13:01
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.